How to play

Friend or enemy? Or in a little less lethal business terms: Collaboration or competition?
This primal consideration/distinction unconsciously influences any choice that involves other people. Even in my most trusted intimate relationship there is that moment that I wonder: are we doing this together or am I on my own here? What’s in it for me? Is this worth the while? On a daily base I am mostly unaware of this dynamic. Irrationally I assume some stable foundation in my culture and my habits. Yet seeing it as a homeostatic balancing act seems more realistic.

My favorite game is Hanabi. Contrary to most games it is a collaboration game: together you need to sort it out by helping the others to use your information: Can we sort it out together?
So the only enemy i am fighting is myself. My lack of presence, focus, patience, frustration tolerance, etcetera. Same thing for the other participants. I play the game almost daily with my wife, who is also a business partner and we had our most intense fights over this very game.

What? In a friendly collaboration game? YES. Actually that is why. Both of us are trying our very best to create the perfect outcome. And we need the other to do exactly what we know needs to happen. And when that fails the frustration is intense and sometimes impossible to contain. So it is exquisitely challenging. It reveals my growing edge.

Niets meer aan doen?

Het is nacht. Ik kan niet slapen.
Wat me dwars zit is de suggestie die uitgedragen wordt door ene Darryl Anka op bashar.org
Hij ‘channelt’ een verhaal dat ik grotendeels herken: Wij ervaren ons leven zoals het wordt gefilterd en gevormd door onze eigen overtuigingen, trauma’s, ervaringen en (voor-)oordelen.
Als je deze los kunt laten, is je leven een stuk minder ingewikkeld. Dat herken ik helemaal en hij prikt effectief door allerlei bullshit heen.

Maar volgens Anka is een Alien genaamd Bashar de bron van deze informatie. En wel een toekomstige versie van hemzelf uit een parallelle realiteit. Dat idee is wat minder vanzelfsprekend… Die hypothese kan ik noch bevestigen noch ontkennen. Wat op zich natuurlijk uiterst interessant is voor een nieuwsgierige HB-er…

Via mijn (inmiddels) vrouw ben ik al geconfronteerd met de directe ervaring dat niet alles wat ik meemaak past binnen het logische natuurkundige wereldbeeld dat ik zo overzichtelijk en hanteerbaar vind. Via haar leerde ik tegen wil en dank serieus te aanvaarden dat er buiten dat kader waarschijnlijk nog veel meer is dan ik kan bevatten.

Volgens haar, behoorlijk veel anderen en nu ook deze Bashar, is ons causale driedimensionale werkelijkheid een projectie vanuit hogere dimensies. Precies zoals een 3D-vorm een veranderlijke 2D schaduw werpt, afhankelijk van hoe het licht er op valt…
Hoe waar dat is, valt binnen onze realiteit niet te bewijzen of te verklaren. Zoals de bewoners van Flatland een passerende bol enkel kunnen ervaren als een uit het niets verschijnende uitdijende of krimpende cirkel, zo zijn er in onze wereld ook talloze verschijningen die voor ons even onverklaarbaar zijn. Heel vervelend voor iemand als ik die ALLES wil weten en begrijpen.

Het complete verhaal van Bashar komt coherent over en het is voor mij een opstapeling van evidente, begrijpelijke, redelijke, bizarre, ongeloofwaardige, geruststellende en verontrustende elementen. Kortom het jeukt me.

Omdat ik geen valide argumenten heb om het te verwerpen wil ik onderzoeken wat het (voor mij) betekent als ik me voorstel dat alles wat hij zegt ‘waar’ is…

Als ik goed heb geluisterd, stelt hij dat alles wat bestaat per definitie bestaat. Ook als het zich ‘hier’ nog niet heeft voorgedaan… Dat komt overeen met het ‘veld van alle mogelijkheden’, het Zero Point Field.
Wat wij ervaren als onze continue werkelijkheid is geen proces dat zich door de tijd ontwikkelt, maar een voortdurende aaneenschakeling van zich manifesterende mogelijkheden.
Welke dat is, wordt niet zozeer bepaald door de causale thermodynamica, maar door jouw staat van zijn. Jij projecteert die werkelijkheid zoals jij gelooft dat hij is op basis van jouw gevoelservaring.
Dit is voor mij het taaiste aspect van dit verhaal.

Ik ben zodoende een improviserende speler in een naar keuze drama/klucht/tragedie die mijn ‘ziel’ zelf gekozen zou hebben alvorens er aan te beginnen. Let wel, er zijn talloze bronnen die dit beweren. In een mushroom trip heb ik persoonlijk ook deze conclusie getrokken. Dus dit afdoen als waanzin is te simpel.

Maar wat het momenteel met me doet, is dat ik het gevoel heb dat ik mezelf – om redenen die ik blijkbaar ben vergeten – heb opgesloten in een toneelstuk. Alsof ik in een film zit die me steeds minder bevalt. Op persoonlijk vlak ben ik gelukkig en comfortabel. Maar in een wereld die steeds donkerder lijkt te worden. Ik ben gelukkig in de Apocalyps…

Desgevraagd weet ik wat de wereld een betere plek zou maken. En, zoals volgens mij de meeste mensen, zou ik daar dolgraag aan bijdragen. De behoefte is er ook,  maar wat ik doe is een sissende druppel op een gloeiende plaat. En als het toch maar een gedeelde illusie is, doet het mogelijk niet ter zake.

Mensen met een bijna-dood-ervaring rapporteren bij terugkomst dat ons buiten dit leven enkel liefde, eenheid en gelukzalige oordeelloosheid wacht. Dus daar hoef ik me ook niet druk over te maken. Als alles in wezen ok is, is het toch prima?

Daarmee beland ik in een spiritueel nihilisme dat niet onderdoet voor het even hopeloze thermodynamische verhaal: Hoe je het ook wendt of keert, het komt uiteindelijk steeds op hetzelfde neer: En dat is het punt. Het absolute nulpunt.

Hoe werkt mijn collectief geheugen?

Als ik (weer eens) de verjaardag van mijn schoonzus vergeet, vraag ik aan mijn broer wanneer ze jarig is. Want hij weet dat natuurlijk wel. Zo functioneert hij als een soort extern geheugen voor mij. Dat is erg handig, want veel voor mij onbelangrijke details zijn zo op te vragen in mijn sociale netwerk. Dat netwerk werkt dus al een extern collectief geheugen.

Zou dat voor andere mensen ook zo werken? Ik vermoed van wel. Ik hoor ook regelmatig van anderen de vraag: ‘Hee, hoe zat het ook alweer met die en die en met dit en dat?’ Dat suggereert dat ook wij moderne mensen een soort collectief verhaal in het leven houden over hoe de wereld werkt en in elkaar zit. Precies zoals in andere culturen met een nog compleet orale traditie.

Mijn individuele collectieve geheugen kon wel eens naadloos onderdeel zijn van ‘het’ collectieve geheugen van de mensheid. Mooie gedachte met interessante consequenties…

Economisch haalbaar… really?

‘Pas als de concentratie hoog genoeg is, wordt het voor de industrie interessant om de metalen terug te winnen. Het moet economisch haalbaar zijn.’ Dit zinnetje uit een artikel in de Ingenieur trof me. Het illustreert perfect wat er niet werkt. Het verhaal gaat over het scheiden van electronisch afval, een enorm belangrijk onderwerp. We willen/moeten naar een daadwerkelijke circulaire maatschappij. In dit artikel leggen slimmeriken uit hoe dat kan. Maar of het daadwerkelijk gebeurt wordt meteen afhankelijk gemaakt van de interesse van de industrie. Wat betekent: ‘of iemand er winst in ziet’. Het hangt dus opeens helemaal af van de winstkansen zoals ingeschat door een ondernemer. De vraag of dit eigenlijk gewoon moet gebeuren wordt daarmee ondergeschikt gemaakt aan korte termijn winststreven.

Zo wordt vrijwel alles wat nodig is afhankelijk gemaakt van het geldelijke gewin dat er eventueel mee bereikt kan worden. En dat is een kapitale denkfout. Zo dwingt het systeem tot gevaarlijke kortzichtigheid. Het dat zadelt ons op met een enorme troep van ondermeer pfas, dioxine, microplastic en neurotoxinen. Alles voor het gemak en de directe winst. Zo verbijsterend dom.

Crisis, multicrisis, ikke, ikke, ikke

Overal stapelen de rampberichten zich op en steeds meer mensen vragen zich af hoe het verder moet. Het is duidelijk dat er van alles fout gaat en dat we het merendeel daarvan zelf hebben veroorzaakt.

Het is hoog tijd dat we het beest in de bek kijken. Wetend dat we zelf dat beest zijn. Hoewel al lang bekend – en in allerlei woorden en talen geduid – drong het pas recent met al zijn consequenties tot me door. Als puntje bij paaltje komt dat kiest elk individu eerst voor zichzelf. Deze fundamentele instinctieve en begrijpelijke reflex is toch nog bepalender dan ik aannam.

Dat drong tot me door toen ik las over hoe wij omgaan met één van onze belangrijkste vertrouwensrelaties: het huwelijk. Uit een wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd in Archives of Sexual Behavior blijkt: ‘extramarital affairs, mostly undertaken due to sexual dissatisfaction or desire for novelty, do not harm perceived marital happiness, with participants expressing high satisfaction and little remorse.‘ ofwel in gewoon Nederlands: Buitenechtelijke affaires, die meestal voortkomen uit seksuele ontevredenheid of een verlangen naar iets nieuws, hebben geen negatief effect op het waargenomen huwelijksgeluk. Deelnemers geven aan zeer tevreden te zijn en weinig berouw te hebben.

Kortom bedrog is OK? Ik haat het om bedrogen te worden, maar andersom voelt blijkbaar minder onaangenaam. En als ik dan kijk hoe Moeder Natuur er mee omgaat, dan moet ik erkennen dat list en bedrog bij de standaarduitrusting horen.

Dus stel ik me nu op het oncomfortabele standpunt dat ik eerst en alleen voor mezelf leef en dat de door mij zo geprezen integriteit en eerlijkheid even kunstmatig en cultureel bepaald zijn als schuld en schaamte.

Het betekent dat ik me niet meer kan verlaten op enig moreel kompas. Want ook dat is een sociaal construct. Het meest wrange bewijs is de genocide die nu aan de gang is in Palestina. Gezonde jonge mannen moorden er zonder enige remming op los. Video’s van hun opa’s die hetzelfde deden bevestigen het ontluisterende gemak en de tevredenheid over de gepleegde wreedheden. En jij en ik lieve lezer zijn dus geen haar beter. Die pijnlijke waarheid moet dus het uitgangspunt zijn voor elke maatschappelijke verandering.

Wat doen we hier dus mee? Is er een harmonische samenleving denkbaar op basis van dit natuurlijke gegeven? Mijn brein zegt dat dat handig is, maar hoe dan?

De markt werkt niet

Ik ben al een halve eeuw lid van de consumentenbond. Toen ik aan mijn volwassen leven begon leek het mij vanzelfsprekend om daarbij te willen horen. Want iedereen is consument en samen vormen we de tegenmacht tegen de producent. Die simpele logica blijkt niet iedereen te bereiken en nu vijftig jaar ouder en wijzer begin ik iets beter te begrijpen hoe dat zit.

Dat van die tegenmacht klopt. Én het legt daarmee tegelijkertijd vast dat onze maatschappij een strijdtoneel is, waar mensen met verschillende belangen elkaar bestrijden. Dat is dus een heel specifiek wereldbeeld, een paradigma. In dat wereldbeeld is er vooruitgang dankzij voortdurende concurrentie. Iedereen probeert een beetje sneller, goedkoper, beter te zijn dan de ander. En dat zorgt ervoor dat we met zijn allen zo welvarend zijn. Dankzij de vrije marktwerking hebben wij zo’n luxe leven.

Die welvaart is niet gratis. Het vraagt je voortdurende inzet. Zodra als je niet meeconcurreert, verlies je en tel je niet echt meer mee. Je bestaanszekerheid kan er letterlijk van af hangen. Omdat er zich potentieel altijd een nieuwe dreiging of mogelijkheid kan voordoen, is iedereen gedwongen om zich voortdurend maximaal in te zetten ten koste van heel veel andere zaken. De kwaliteit van leven wordt zo ondergeschikt aan de ‘vooruitgang’. Dit staat bekend als de rat race.

Dit wereldbeeld heeft overduidelijk zijn nadelen en beperkingen, maar het geloof van de consumentenbond hierin lijkt in principe onveranderd. Terwijl elke nieuwe consumentengids opnieuw vol staat met al het list en bedrog dat dit geloof met zich meebrengt. Want als het uitgangspunt is dat we ten koste van de ander winnen, dat het eigenlijk een stille oorlog is, dan maakt het niet uit hoe je wint, maar dat je wint. Ons strijdtoneel in deze is de markt. En ondanks uitgebreide regelgeving en allerlei autoriteiten (nb een ander paradigma) is dit geen gelijk speelveld. De grote jongens bepalen de regels. Degene met iets meer macht heeft na een tijdje dankzij dat verschil nog meer macht en uiteindelijk alle macht. De huidige verdeling van geld en macht in onze wereld bewijst dit. De meest efficiënte strategie is stiekem winnen, want soms weet de verliezer niet eens dat hij bijna alles verloren heeft. Dat overkomt ons consumenten maar al te vaak.

Mijn loyaliteit met de consumentenbond heeft niet geleid tot een grotere solidariteit onder consumenten. De consumentenbond zelf is inmiddels ook commercieel geworden. Er is een wezenlijk verschil dat zo te vaag wordt. Het verschil tussen lid zijn en consument. Ik betaal om lid te zijn en het streven van de bond te steunen: Betere kwaliteit producten en diensten voor de consument. Ik toon met mijn betaling daarmee solidairiteit aan dat gemeenschappelijke streven. Ik word lid en daarmee deel van de bond. Maar als consument interesseert mij die loyaliteit niet, ik betaal enkel uit egocentrische motieven om zo de beste deal te krijgen. Er is in principe geen relatie met de andere partij. Dit zijn twee verschillende perspectieven die verwarring scheppen.

In het nummer van de Consumentengids van juli/augustus 2024 staat op pagina 20 de kop: Weinig concurrentie, duur internet. In dat artikel staat letterlijk dat deze markt niet werkt en de consumenten de dupe zijn. Er bestaat wel een Toezichthouder Autoriteit Consument en Markt (ACM) maar die grijpt niet in. Dit verhaal laat perfect zien wat er verkeerd loopt. Omdat we niet anders weten en nooit een ander manier hebben meegemaakt is het vrijwel onmogelijk het te doorzien. Je moet echt ‘out of the box’ stappen om je te realiseren dat het veel prettiger en beter kan. Het kàn anders bewijst pagina 35.

Op dit moment streven we naar een eerlijke concurrentie. Bedrijven proberen de klant aan zich te binden en de concurrent te verslaan. Autoriteiten zien toe op een eerlijk verloop daarvan. Maar wie daar doorheen kijkt ziet een minder fraaie wereld. Lees bijvoorbeeld Follow The Money (ftm.nl) voor verhalen over de vuile spelletjes. Het achterliggende principe is namelijk onveranderd: Winnen, het maakt niet uit hoe. De genoemde autoriteiten worden gewoon ingecalculeerd en gemanaged. Ook de Consumentenbond, zoals ik op pagina 73 lees.

In mijn zoektocht naar het hoe en waarom van dit eindeloze gedoe, moest ik bij mezelf te rade. Wanneer en hoe benadeel ik de ander, voor mijn eigen gemak en zekerheden? Uiteindelijk blijkt het een persoonlijke keuze te zijn tussen anti sociaal en pro sociaal gedrag. Uit eigenbelang en direct gemak wil ik eerst voor mijzelf zorgen, maar ik wil er bijna even hard ook bij horen. Dit is voor elk individu een eeuwige evenwichtsoefening, ook voor mij. En het is daarmee ook een keuzevrijheid die elke individu op elk moment bij elke gelegenheid kan maken: Kies ik voor mij alleen of kies ik voor ons allemaal.

Daarmee ben ik aangeland op een heel principieel punt. Die helemaal niets te maken heeft met concurrentie, regeltjes of aanbiedingen of specificaties of andere details. De complexiteit van onze wereld is een gegeven. Maar hoe pro- of asociaal ik er in sta is altijd mijn persoonlijke vrije keus. Als ik met dat bewustzijn de Consumentengids nog eens doorblader, word ik nieuwsgierig naar het wereldbeeld van de mensen die nu de identiteit van de Consumentenbond vormgeven.

Je geld of je vertrouwen

Vriend of vijand? Deze vraag wordt mij gelukkig zelden zo expliciet gevraagd. Niet meer sinds ik als kind oorlogje speelde. Maar toch kan ik vandaag de dag niet onbekommerd onze overgereguleerde wereld inlopen in de aanname dat we allemaal vrienden zijn. En dat terwijl ik daarvoor zeker opensta. Ik zou het heerlijk vinden.

Mijn hele leven probeer ik te begrijpen waarom dat niet zo is en schijnbaar niet zo kan zijn. Ik zie hoe meedogenloos de natuurwetten resulteren in een voortdurende afwisseling van leven en dood. Van eten en/of gegeten worden. Anderzijds zie ik dat we onder mensen allerlei manieren hebben gevonden om dat onder elkaar wat milder te doen. Nu wordt agressie natuurlijk (!) overal in de dierenwereld gemodereerd. Simpel omdat dit gedrag energie vreet. Maar van elkaar profiteren, daar hebben weinig mensen problemen mee. En veel dieren nog minder. Ik helaas wel. Ik ben meer van het ‘Alle Menschen werden Brüder’ type.

Zwart wit redenerend is het in principe simpel. (Zo werkt dat met principes.) Gedrag is goed of slecht. Constructief of destructief. Slim of dom. Yin of Yang. Één of nul. Zwart of wit.
Dus heel digitaal doorredenerend is alles slechts een eeuwige wisselwerking tussen tegenstellingen, polariteiten. Dat is al eeuwen bekend. Maar ik heb toch de neiging om ellende te willen voorkomen en te verlangen naar een harmonieuze menselijke samenleving. Is dat een dwaling of heb ik een valide punt? Niemand lijdt graag neem ik aan…

In de praktijk zie ik dat de wereld om me heen oneindig veel nuances kent. De simpele causale principes van ons universum manifesteren zich in een overweldigende rijkdom aan variaties. Bekijk een goeie natuurdocumentaire en verbaas je.
Ook tussen de begrippen ‘vriend of vijand’ ligt een uitgestrekt grijs gebied, waarin het onderscheid vaag is en moeilijk waar te nemen. Gedurende haar ontwikkeling heeft ons soort manieren gevonden om met elkaar om te gaan zonder constant en voortduren te hoeven terug te grijpen tot drastische en verwoestende maatregelen.

Het meest vruchtbare universele gedragspatroon dat wij kennen heet handel. Hoewel afgeleid van ‘handelen, doen’ is de betekenis versmald tot uitwisseling van goederen en diensten tegen een vergelijkbare tegenprestatie. Voor wat hoort wat. Tit for tat. En die ‘uitvinding’ stelt ons in staat om aanmerkelijker efficiënter onze noden te lenigen.

Voor goeie handel zijn twee factoren cruciaal: Weten wat je aan elkaar hebt en een manier om de handelsproducten op waarde te schatten. In twee hedendaagse termen gaat het dan over vertrouwen enerzijds en geld anderzijds. En die twee lijken omgekeerd evenredig. Vertrouwde vrienden vallen niet dood op een dubbeltje. Die gunnen elkaar een voordeeltje. Maar vijanden gaan voor de absolute winst. Desnoods over lijken. Dus zakendoen kan meer transactioneel zijn of relationeel. Bij een pure transactie is na de afrekening de relatie voorbij. Bij een pure relatie is de transactie onderdeel van een groter geheel en kan afrekenen triviaal of zelfs overbodig worden. De oplettende lezer zal begrijpen dat een transactie een kortdurend incident is, terwijl een relatie heel langdurig kan zijn.

Ik onderzoek nu welk gedrag optimaal is voor een optimale opbrengst. Die vraag roept meteen een vervolgvraag op: Voor wie dan? En dat brengt ons bij speltheorie. Is de winst voor de sterkste? Dat heet dan een win-lose strategie. Winner takes all. Dan is er eigenlijk in het totaal helemaal geen winst, er is enkel een nieuwe verdeling gemaakt. De winst van de één gaat ten koste van de ander. Veel mensen nemen aan dat het zo werkt in de wereld.
Als we de vooruitgang van het geheel als maatstaf nemen is het minder simpel om winst te ‘nemen’ of the ‘maken’, want dan is er enkel sprake van winst als zich dat in en op alle aspecten toont. De meme ‘People, Planet, Prosperity’ win-win-win, the triple bottom line probeert dat te benoemen. In die benadering is elkaar exploiteren, uitpersen en manipuleren geen vruchtbare tactiek meer. In wezen mag je alles doen, maar nooit ten koste van de ander. Dat is een totaal andere kijk op de wereld. Op die manier naar de wereld en naar ons handelen kijken is voor veel mensen een grote verandering. En ongevraagde verandering vinden wij instinctief oncomfortabel. Enkel onder grote dreiging, zoals in een zinkend schip, zullen mensen zich over hun ego heen zetten en eendrachtig alles samen doen om te redden wat er te redden valt.

Wat dat betreft heb ik goed nieuws en slecht nieuws… Het slechte nieuws is dat onze maatschappij en ons milieu beide op instorten staan. Maar Mothership Earth is zo titanisch groot, dat velen niet kùnnen geloven dat we kunnen vergaan. Dat is ook slecht nieuws. Het goede, of beter, het hoopvolle nieuws is dat er steeds meer mensen zijn die dit doorhebben en zoeken naar manieren om blijvend te overleven en te tieren (to thrive).

Is dit voor MIJN rekening?

Ik zat midden in het werk voor mijn eindexamen voor de Kunstacademie toen de brief met de huurverhoging op de mat viel. Ik schrok er van en begreep het niet. Dus ik naar de bibliotheek voor een foldertje van de huurcommissie. Uit de berekening door middel het puntensysteem in het foldertje bleek dat ik al jaren te veel had betaald voor mijn kamer. Maar de brief die ik daarover naar mijn huisbaas schreef viel niet goed. Hij sleepte me prompt voor de rechter. Vol goede moed en met het gelijk aan mijn zijde ging ik op een zonnige morgen naar de zitting. Eindelijk zou ik zelf meemaken hoe in Nederland recht wordt gesproken…

Dat pakte anders uit dan ik in mijn onschuld had verwacht. De rechter constateerde dat ik over ruim een maand klaar zou zijn met mijn opleiding en dan waarschijnlijk ook uit de stad zou vertrekken.
Welnu, dan verdween daarmee ook het probleem nietwaar? Tot mijn verbijstering werd er geen recht gesproken of gedaan, maar bleek ik in een platte koehandel verzeild. Even later stond ik beduusd weer buiten. Mijn vertrouwen in de rechtsstaat was terloops verspeeld door diens beëdigde vertegenwoordiger.

Advocaat Hester Bais maakte ook zo iets mee. Maar veel groter. Zo groot dat het eigenlijk onvoorstelbaar is. Ze werd ingeschakeld door een ondernemer die het oneens was met wat de bank deed op zijn rekening. Hester zocht het uit, vocht het succesvol aan en ontdekte zo dat de banken een spelletje spelen met ons geld. De pensioenfondsen krijgen een aantrekkelijke rente van de bank terwijl de premiebetalers zelf, voor wie het bedoeld is, een veel hogere rente betalen. Zo worden ze voor miljoenen benadeeld, zonder enige mogelijkheid tot beïnvloeding. Want formeel zijn de pensioengerechtigden geen partij in het contract tussen de bank en het pensioenfonds. Ze zaten niet aan tafel…

Maar het wordt nog erger: De overheid weet ervan, justitie weet ervan, de toezichthouders weten het. En allemaal doen ze mee of ze laten het toe. Ik weet niet waarom. Misschien omdat het voor de enkeling IN het systeem buitengewoon schadelijk is om het te melden. Velen kiezen pragmatisch om het dan maar niet te geloven. Ontkenning als coping mechanisme.

Sinds ik tot mijn ontgoocheling merkte dat de maatschappelijke praktijk pijnlijk afwijkt van de democratische en sociale waarden die ik in mijn opvoeding heb meegekregen, probeer ik het hoe en waarom te begrijpen. Een tweedeling in goede en slechte mensen voegt amper iets toe. De meeste mensen bedoelen het goed volgens hun eigen wereldbeeld en gedragen zich vooral afhankelijk van de actuele feitelijk situatie en context. Er moet een andere oorzaak zijn. Zo menselijk dat we het gewoon niet zien.

Ik begin nu te vermoeden hoe we onszelf collectief te kort doen, door eerst aan ons zelf te denken en dan misschien nog aan de ander. Waardoor we eerst individueel en vervolgens ook nog eens collectief de rekening krijgen voor dat gedrag. Het voert te ver om dat hier uit de doeken te doen. Ik kan daar in een volgend artikel proberen duidelijkheid over te scheppen.

It is us! Again. We did it.

This Friday morning the news in the Netherlands* showed headlines about AI giving unethical advice around the upcoming EU elections on June 6. The big Tech behind it rushed to explain how they will get the AI beast under control. Please do not panic. Everything will be fine.

It beautifully illustrates our collective blind spot. Spoiler alert: Once you see it you can not unsee it!

We have created machines that are way stronger than we are. And are proud of that achievement. We created cars that kill people on a daily basis, but hey that is collateral.
Now we have created an artificial intelligence that is way smarter than we are.

A new feat that raises eyebrows by those who see them selves as the superior outcome of evolution. And gosh, how fast and versatile it is.

The current conundrum around Ai revolves around #domination. Will it serve us or might it dominate, even erase us? Like we have done with so many species on the planet?

OK well, there you have it. Look at it and breathe for a moment. This is what we do and how we do it.
Our worldview and our self esteem also revolve around domination. We try to master everything around us. And exploit it at will to our benefit. And we are now extremely good at it. We can control anything from raw earth to raw energy to raw information. Awesome!

So we are good? Just relax en enjoy the feast? Maybe look around. We built masterpieces, but forgot to clean up after us. We behaved like adolescents who do not clean up their room. Around us it is a mess. Everywhere. Nature is depleted and suffering. For example half the insect species os gone forever. Rare resources are almost empty. Amongst us humans the mess is even uglier. The winners have taken almost everything. Literally.

So, our real problem is not manipulated elections or rogue Ai. Or big Tech or the controlling Elite. Not that all this is OK, but there is something more essential behind it. They all share the same root cause: #domination.

Most of us firmly believe that winning is the utmost defining aspect of living on this planet. And truth be told they are right! But what many missed is that, in our current state of evolution, winning alone at the expense of others does not help anymore. It is like winning at the casino in a sinking Titanic. We are in a different game now. It is not longer about who takes all the money, but how all of us survive.

In order the evolve to the next level of civilization, in order to reach a new balance, we have to find a way to keep winning, but not anymore at the cost of anything or even anybody. We must leave blind exploitation behind us. Open your eyes and look at each other. All humans. There’s is your way out of these eternal conflicts: Together.

This might be your biggest challenge ever. Changing the world by changing your self in #contact with the others around you. It is slow, like growing food. An natural pace. Being present with that proces.

And when you look back from that new perspective you will see that all those conflicts share the same root: We create a world according to our beliefs around it. If you think that winning at the cost of others is how the world works, of course you will create machines and programs that will help you do exactly that. If you believe that an healthy adult will never abuse his fellow man, you will create a better society.

)* https://nos.nl/l/2519046

Sex en liefde

Op 18 maart 2024 las ik een artikel op De Correspondent met de titel Waar kunnen jongeren terecht met vragen over liefde en sex? Is dat probleem nog steeds niet opgelost? Dat dacht ik spontaan. En sindsdien heb ik het erover met mij zelf. Dit is een poging om mijn gedachten coherent op een rijtje te krijgen. Vroeger was er amper informatie, laat staan uitwisseling over. Nu is er een eindeloze zee aan informatie, maar nog steeds geen enkele vastigheid. Hoe komt dat?

Sex en liefde zijn essentiële aspecten van ons bestaan. We danken ons leven er aan en ons voortbestaan hangt er van af. Er wordt eindeloos over geschreven, ook nu door mij, maar het lijkt maar niet duidelijker te worden. Hoe komt dat?

Voor zo ver als ik kan zien, zijn daar een aantal redenen voor. De belangrijkste is mogelijk dat sex en liefde pre-verbaal zijn. Dat wil zeggen: Ze uiten zich woordloos in ons lichaam. En zijn dan helemaal niet eenduidig of strak gedefinieerd. En in ieder lijf weer anders. Dus zodra we zo´n gevoelservaring willen communiceren blijft het zoeken naar passende vertaling van jouw unieke individuele gevoel. Welke vertaling zorgt ervoor dat je zeker kunt zijn dat die correct overkomt? Dat is een onoplosbare puzzel die veel creativiteit vergt. Dat is te zien aan de eindeloze stroom van poëzie, liefdesliedjes en nog veel meer. Maar het is ook de reden dat het grote gebrek aan eenduidige eerlijke informatie over sex en liefde geen kwestie is die technisch of politiek of anders kan worden opgelost. Kortom het is super individueel en super existentieel en daarom al doodeng om er onvoorwaardelijk open over te zijn.

Sex en liefde zijn om nog meer redenen lastig om te bespreken. Want ze spelen zich af in een uiterst onveilig domein. En dat domein is allesbehalve een ´level playing field´.
Individuen met een gunstig genenpakket hebben een enorme voorsprong op hun leeftijdgenoten. Deze onweerstaanbaar aantrekkelijke personen krijgen hun hele leven oneerlijke gratis voordelen. Niet enkel in het aanbod van partners, maar bij letterlijk alle sociale gelegenheden. De rest moet maar zien hoe ze hun plek, status, positie en reputatie veroveren. En kunnen in deze jungle worden geconfronteerd met machtsspelletjes, onzekerheid, afgunst en al het lelijks dat mensen elkaar durven aandoen. Daar staat elke individu dus per definitie helemaal alleen voor. Ongeacht de enorme overvloed aan informatie hier over…

En dan de geslachtelijke ontwikkeling zich tegelijkertijd voordoet met een enorme verbouwing van het lichaam en het zenuwstelsel, Dat maakt de zaak nog complexer. Pubers zijn per definitie niet stabiel, dus als dat ontwikkelingsproces in volle gang is, is dat ongeveer het slechtste moment om van buitenaf met aanwijzingen te komen. Één van de kenmerken van dat proces is de resocialisatie. De puber zet zich af tegen de ouders en zoekt naar leeftijdsgenoten buiten de familiekring. Dus als een tiener op dat moment nog niet heeft geleerd het eigen gevoel te begrijpen, om met anderen om te gaan (de relationele vaardigheden uit het DC artikel!), dan begint deze met te weinig voorbereiding aan de onzekere reis naar volwassenheid. En staat de puber al op achterstand vóórdat hij of zij het speelveld der sexen betreedt.

Samenvattend is betrouwbare informatie over sex en liefde voor jongeren eigenlijk een onmogelijkheid. Elke informatie is gekleurd en bedoeld om de ontvanger eerder te manipuleren dan te helpen. Dat geldt zelfs voor de meest goed bedoelende bronnen. Want ook die opereren vanuit een specifiek wereldbeeld met een eigen morele invulling. Al dan niet gevoed door vooroordelen, mis-concepties en trauma. Welkom in de harde realiteit.

En bij wat we er over zeggen, zou het ook helpen als we wat duidelijker waren met wat we bedoelen met het woord liefde en het woord sex. Want dat zijn te vaak wazige aannames of te ruime containerbegrippen. Kunnen we deze termen eenduidiger definiëren en onderscheiden? IK doe een poging:
Sex (hebben) betekent eigenlijk simpel: geslachtsgemeenschap. Daar hebben we al veel synoniemen voor, zoals paren, copuleren, neuken enzovoort. En die mijden we vanwege hun expliciteit. Als ik het woord neuken gebruik, zie ik het meteen voor me en voel ik allerlei gevoelens en emoties die ik meestal lastig vindt in een sociale context. En die heb ik nooit geleerd om te delen. En als ik het al doe breng ik mijn gezelschap eerder in verlegenheid dan dat ik het gesprek verder help. En dat leidt waarschijnlijk tot die genoemde wazigheid. Vanwege sociaal ongemak mijden we woorden met te veel emotionele lading. Maar dat helpt de jeugd van tegenwoordig natuurlijk helemaal niet. De preutsheid lijkt in deze tijd van informatieovervloed extremer geworden. Terug naar het woord.
Sex wordt ruimer gebruikt. Voor alles dat de geslachtsdrift opwekt. Eigenlijk voor alles wat maar wordt geassocieerd met sexuele opwinding.
Zonder een oplossing te weten, vind ik wel dat deze vaagheid problematisch is.

Liefde, wat is dan liefde? Die term heb ik voor mijzelf wat scherper. Liefde is synoniem met eenheid. De staat van eenheid die je kunt beleven met een ander of zelfs met een idee of een ding of…
Als je van iets of iemand houdt, verbind je jezelf ermee. Ik nodig je uit om deze definitie te testen.
En aangezien het universum per definitie één geheel is, neem ik ook aan dat die eenheid de achtergrondfrequentie bij alles. Als definitie helpt het om onderscheid te maken tussen liefde en meer transactionele versies van relaties. En in een relatie werkt het voor mij ook verhelderend.

Als ik dit zo overzie lijkt een goede voorbereiding op deze woelige fase onnoemelijk veel behulpzamer dan in te zetten op betrouwbare informatie tijdens de chaotische storm. De tiener heeft geen gebruiksaanwijzing nodig, maar zelfvertrouwen en eigenliefde. De puber moet als kind al getraind zijn in relateren en respectvolle en betrouwbare omgang met leeftijdsgenoten. Juist omdat ze het onderling moeten uitzoeken zonder bemoeienis van betweterige volwassenen. Als de ´peer group´ een veilige omgeving is, kan dit de mooiste tijd van hun leven zijn. En niet de eenzame jungle waarin we hun tegen wil en dank te vaak loslaten. Dan zijn we als ouders en opvoeders eigenlijk al te laat.