Als je vals speelt overtreed je per definitie bepaalde spelregels. Blijkbaar (of waarschijnlijk?) niet die van je zelf. De natuurwetten zijn niet te overtreden. Dus blijven er twee mogelijkheden over: De spelregels zoals ze impliciet en/of expliciet onderdeel zijn van de cultuur van jouw groep of familie. Of de persoonlijke spelregels van de persoon die je op dat moment bedriegt.
Deze Paaszondag was er een gezellig paastreffen in het Wasvenbos. De zon scheen gul door de frisse ochtend en de vogeltjes zongen alsof hun leven er van af hing.
Het was paaseieren zoeken voor de ruim 20 kinderen in de buurt. Perfect georganiseerd door een paar enthousiaste buurbewoners. De kinderen dolenthousiast aan het zoeken, terwijl de volwassen samenheulden met een kopje koffie. Ik vind dit soort gebeurtenissen fantastisch omdat ze op een vanzelfsprekende manier allerlei buren bij elkaar brengen die elkaar anders amper tegenkomen.
Ondertussen zijn andere buren bezig om het Ambonplein wat aantrekkelijker en mens- en kindvriendelijker te maken. Binnenkort hoort de buurt meer over hun plannen. En we hebben sinds kort ook een welkomstcomité, die zorgt dat nieuwe bewoners niet in een vacuum belanden. Zo wordt deze fijne buurt geleidelijk steeds aangenamer. Want het belangrijkste wat een mens -in sociale zin- nodig heeft is een medemens.
Een paar weken geleden sprak ik Kees van Grevenbroek, één van de intitiatiefnemers van de redding van ons mooie Beukenlaantje. (filmpje!) Dat was 20 jaar geleden bijna opgeofferd aan de bouw van onze Beauregard buurt, maar dankzij het doorzettingsvermogen van die actievoerders is ons buurtje aan twee zijden omringt door prachtige bomen. Want die actie was ook het begin van het Wasventerrein zoals wij dat nu kennen. Die ploeg heeft uiteindelijk de Wasvenboerderij gekocht, wat nu een het levende centrum is van wat nu het Groendomein Wasven heet. Een waardevolle plek naast onze buurt dal die decennia door vrijwilligers wordt verzorgd.
Op dit moment is er weer een actiecomité actief in de buurt. Nu om onnodige kaalslag en schade te voorkomen in hetzelfde Wasvengebied.
Alle buurtbewoners hebben gezien hoe het grasveld naast de Wasvenvijver is platgereden en bomen zijn omgehakt Hier komt de bouwweg naar de nieuwbouw achter het huidige Lorenz Casimir Lyceum. Bij de organisatie van dat nieuwbouwproject vorig jaar is besloten dat het gunstiger is dat het bouwverkeer door het natuurterrein heen rijdt. Zo heeft de school er minder last van en blijft het kunstgrasveld onaangetast.
Vanuit de buurt hebben meerdere mensen geconcludeerd dat een route via de noordzijde logischer en korter is. Al op de allereerste participatieavond ben ikzelf spontaan het podium opgesprongen en heb die voor de hand liggende suggestie gedeeld met de projectleider. Maar tegen die Noordroute leken er steeds onontkoombare bezwaren te zijn. Een aantal vastberaden liefhebbers van de Wasvennatuur lieten zich niet zo eenvoudig overtuigen en zijn een actiecomité begonnen. Dat was vorig jaar toen ik net voorzitter was geworden. In die hoedanigheid werd ik erbij geroepen.
Eerlijk gezegd maakte me het toen nog weinig uit of de bouwroute linksom of rechtsom naar de school zou gaan. Ik had vertrouwen in de grondigheid van de projectaanpak en wie ben ik om een afweging te maken tussen verkeersoverlast, ecologie en andere aspecten? Nu een jaar later kijk ik er totaal anders tegenaan. Ik ging vorig jaar nog argeloos gezellig koffie ging drinken bij de gemeente om over de opties te overleggen. Nu weet ik dat het slechts lege praatjes waren. Het besluit was al genomen voor die eerste participatiebijeenkomst op het lyceum. De participatie was enkel voor de vorm. Vandaar dat alle verslagen steeds werden aangepast, zodat ook dat er op papier netjes uitzag.
Wat ik in het echt meemaakte was minder. Het duurde vrij lang voor ik doorzag waar ik in betrokken was geraakt. Ik was een argeloze goedbedoelende betrokken burger, maar ik eindigde met een aantal andere mensen bij de rechtbank om een eerlijke afweging af te dwingen. Direct na Pasen kwam het bericht binnen dat onze inspanningen vergeefs waren. We zijn als leken behendig in een juridische strijd gedwongen, door professionals die leven van ons belastinggeld. We zijn handig uit de weg geruimd door bureaucraten, die een andere agenda hebben. Wat voor mij een incident was, blijkt standaardprocedure te zijn bij de gemeente. Dat is een bittere conclusie, ik heb nu het gevoel dat er samen met het Wasven gebied nog iets veel groters is opgeofferd: onze democratie.
Ik geloof nog steeds dat echt bewust slechte mensen extreem zeldzaam zijn, maar dat velen zich laten leiden door allerlei sprookjes omdat dat makkelijker is dan de waarheid onder ogen te zien. Ik heb zelf ook voor gewerkt voor bedenkelijke bedrijven met het smoesje/in de hoop dat ik ze tenminste hielp om beter te worden. Ik vermoed daarom de de betreffende ambtenaren zichzelf ook prima kunnen uitleggen dat ze bezig zijn voor het algemene belang en dat het dus prima is als lastige burgers gepasseerd worden. Maar zoals gezegd dat is mijn persoonlijke hypothese.
Maar het is wel glashelder dat de gemeente haar standaard participatieprocedure op ons heeft toegepast: Gewoon een besluit nemen en de NYMBIES* negeren, uitputten of desnoods wegprocederen. (*Nymbie=Not In My Back Yard, een label voor mensen die iets niet in hun achtertuin willen.) Dat bleek uit wat de mensen van Stichting Beter Eindhoven ons vertelden. Zij schoten te hulp toen we ervoeren dat we niet verder kwamen, wat we ook deden. Overal in de stad volgt de zogenaamde participatie hetzelfde bedenkelijke patroon. In theorie wil de gemeente heel graag en oprecht dat wij burgers actief meedoen. Zo is er op 19 april een inspiratie- en netwerkevent over goede participatie in Eindhoven. In de praktijk gebeurt steeds wat wij hier hebben meegemaakt. Dus iets om rekening mee te houden als buurt.
Van de gemeente moeten we het voorlopig niet hebben, vrees ik. Het moet vooral van onszelf komen. En we kunnen het gelukkig ook zelf. Naar aanleiding van het bouwwegdrama had ik een ontmoeting met één van klimaatburgemeesters van Eindhoven, Judith Lammers. En zij is een rolmodel voor hoe je dat doet. Het geheim is vier letters groot: D O E N.
Via de klimaatburgemeester hoorde ik opnieuw over Adopteer een Straat. In plaats van mij af te vragen of het wel mag en of de gemeente het niet hoort te doen, heb ik vorige week een beetje bedeesd en beschroomd toch maar de twee hortensia’s geplant, die bij het uitruimen van het appartement van mijn overleden buurvrouw in de bosjes waren beland.
Dat is voor mij inspiratie om niet af te wachten tot een ander iets doet. Dus als jij ook een boomspiegel onder je hoede wilt nemen, laat dat dan weten. Want als er een bordje van Adopteer een straat in staat, laten de door de gemeentelijk ingehuurde schoffelaars jouw minituintje met rust.
Voor de buren met groter enthousiasme voor tuinieren, heb ik ook goed nieuws. Kees Grevenbroek liet me weten dat het achterste deel van de bolakker, die beheerd wordt door het Wasven Groendomein, amper wordt gebruikt. Dus als er buren zijn die interesse hebben om dichtbij een buurttuintje op te zetten, is daar zeker over te praten. Laat weten als je nieuwsgierig bent geworden.
Wat is nodig om mensen handig en doeltreffend te laten samenwerken? En hoe maak je talentvolle mensen samen nog probleemoplossender dan ze al in hun eentje zijn? Dat is een puzzel die me sinds een jaar bezighoudt. Dit stukje is een eerste oriëntatie op de vraag hoe we met de slimste mensen samen de complexe problemen kunnen tackelen waar we als mensheid voor staan.
Sinds een jaar beweeg ik me onder een groep mensen die leven in de marge van een specifieke bell curve, namelijk de zogenaamde hoogbegaafden. Dat is een relatief klein groepje, zo’n twee procent van de bevolking. Dit zijn mensen die onder andere slimmer zijn dan hun gemiddelde medemens. Nu lijkt dat een luxeprobleem. Zoiets als een huis dat te groot is, maar waar je verder eigenlijk geen last van hebt. Maar in de praktijk blijkt het een stuk minder comfortabel. Direct na de eerste instinctieve overlevingsdrang hebben alle mensen een tweede behoefte die bijna even dringend is: Erbij horen, omgaan met soortgenoten die je kennen, herkennen en erkennen. En precies dàt is bij een hoogbegaafde helemaal niet vanzelfsprekend. Ze vallen vrijwel altijd buiten de groep, omdat ze als nogal apart worden ervaren. En als je tè anders bent, hoor je er instinctief niet vanzelf bij. Dat komt doordat ze als kind al alles eerder begrijpen of aanvoelen en omdat ze aandacht en belangstelling hebben voor zaken die een gemiddeld mens weinig tot niets zegt. En juist omdat ze slimmer zijn enzo, hebben ze dat door en voelen ze zich niet echt opgenomen in het geheel. En dat voelt een mens. ‘Ik hoor er niet echt bij’ Die ervaring tekent vrijwel elke hoogbegaafde, met alle gevolgen van dien. Ze leven aan het randje van de bell curve en worden daardoor vaak letterlijk en figuurlijk excentriek.
Nu kun je denken: OK jammer, maar 2,3 procent van de bevolking is in Nederland toch bijna 400.000 personen. So what’s the problem? Verwante geesten genoeg. En vindbaar in tijden van internet! Maar die 400.000 (de twee rechterkolommen van de curve) verschillen onderling net zo sterk als zwak begaafden verschillen van een gemiddeld persoon met een IQ van 100. (Peter Jordan legt hier uit hoe iemand met een IQ van 80 functioneert.) Dat verschil is ENORM. Plus dat voor deze hoogbegaafden dit soort verschillen zwaarder wegen. Men is op zoek naar iemand op gelijk niveau van denken, iemand die je ècht begrijpt… Door wie je je vanzelfsprekend begrepen voelt. Want dat is het instinctieve verlangen dat elk mens heeft. Dat is dan nog steeds zoeken naar een speld in een hooiberg hoogbegaafden. Dat kleine subgroepje van mensen van gelijk denkniveau omvat dan ook nog het hele scala aan leeftijdsverschillen, interesses, karakters en alle ander zaken die bepalen of mensen elkaar als partners of vrienden kunnen aanvaarden. Dat alles bij elkaar veroorzaakt een onvermijdelijke existentiële eenzaamheid bij hoogbegaafden.
Zo vinden hoogbegaafden zich begiftigd met talenten en potentieel in een wereld die daar weinig mee kan. En als je daar even over nadenkt, dan steekt het natuurlijk. Hier alleen al in Nederland lopen honderdduizenden briljante geesten rond, wiens creativiteit en probleemoplossend vermogen bijzonder gewenst is. Bijvoorbeeld om de uitdagingen van onze stuiptrekkende maatschappelijke systemen het hoofd te bieden.
Als je hoogbegaafden bij elkaar brengt, dan gebeurt er iets wat heel begrijpelijk is, maar ongewenste effecten kan hebben. Mensen kunnen, bij gebrek aan keus, ontberingen en tekorten een leven lang verdragen. Zo dragen veel hoogbegaafden ook hun lot. Maar als er dan eindelijk, eindelijk! een eind aan komt, is een ontlading van alle pijn en ellende een onvermijdelijk en natuurlijk effect. Wat zien we dus bij HB(HoogBegaafden) bijeenkomst? Iedereen klaagt steen en been over hoe het is om hoogbegaafd te zijn. En vrijwel niemand heeft – om dezelfde reden – de ruimte en aandacht om dat met oprechte aandacht aan te horen. Als dit patroon niet (h)erkend en gehanteerd wordt, wordt het samenzijn van HB-ers een deprimerende ervaring en valt het gezelschap uiteen voordat het echt gevormd is. De hoogbegaafde, gewend aan onbegrip en ‘mismatch’, concludeert dat hij/zij zoals gewoonlijk ook hier niet bij past en haakt af.
Ik vermoed nu dat dit probleem (eens onderkend) te vermijden is met een goede voorbereiding en organisatie. Maar dat heb ik in de praktijk nog niet meegemaakt. En ik heb het zelf ook nog nooit serieus geprobeerd. Ik begin daar nu – al schrijvend – pas hardop over na te denken. Gelukkig heb ik volgende week een afspraak met Noks Nauta, die hierover met mij wil praten om er een stukje over te schrijven. Dat is in feite een eerste mooie kleinschalige oefening in het soort samenwerking waar ik op hoop. Want hoe mooi zou het zijn als die briljante geesten samen de natuurlijke denktank van Nederland zouden vormen?
Afgelopen week stond in het teken van het escalerende conflict tussen het Actiecomité en de Gemeente Eindhoven. De manier waarop de gemeente met voldongen feiten regeert en haar burgers niet serieus neemt zet veel kwaad bloed en zet het concept democratie feitelijk bij het oud vuil. Bij mij groeide de onvrede over het gebrek aan constructieve vooruitgang in dit dilemma. Maandag en dinsdagochtend ben ik vroeg opgestaan om de eventuele kapwerkzaamheden voor te zijn. Maar terwijl ik weer even thuis was voor mijn ontbijt, is rond half acht de eerste eik al omgegaan. De aanpak wordt sindsdien steeds harder en beschadigt en polariseert vooral. De rest van de week heb ik me vooral ingezet om met betrokkenen te kijken hoe we hier ondertussen wel uitkomen. Ik ben eerst met Rector Rob van het LCL gaan praten. En heb zodoende ook Projectleider John weer gezien en later ook nog Conrector Yvonne aangehoord. Deze zaterdag stond ik met buurvrouw Tonnie op het plein om met buurtbewoners te praten. Hans van SBE en Buurman Paul kwamen op en gegeven moment ook. Beiden zijn deskundig en actief in het Actiecomité en ik heb ze daarom uitgenodigd om met mij naar het schoolterrein te gaan om te bekijken wat in de actuele context een verstandige weg vooruit is. Dat was leuk en zinvol. Aanstaande dinsdag gaat Actievoerder Annejet ook op het terrein kijken en het plan is om dat een week later ook te doen met onze klimaatburgemeester.
Hieronder analyseer ik de huidige stand van zaken en deel ik mijn perspectief op een weg uit de impasse.
Wat nu? De bouwweg-impasse van half maart
Op dit moment liggen de voorbereidingen voor 15 miljoen kostende de bouw van het nieuwe LCL stil. Het College van de gemeente volhardt in haar toondove handelswijze en probeert met juridische machtsmiddelen de impasse te doorbreken. De enige weg vooruit die niet nog meer ten koste gaat van het al zeer beschadigde vertrouwen in de overheid is door als nog te doen wat in het begin nodig was: Samenwerken alvorens te besluiten. Er zijn prima methoden om dat proces in alle openbaarheid en eensgezindheid te laten plaatsvinden. Hieronder ga ik verder in op deze punten.
Op dit moment liggen de voorbereidingen voor 15 miljoen kostende de bouw van het nieuwe LCL stil.
Dat is naar aanleiding van de juridische obstakels van het Actiecomité. De echte oorzaak is echter de onwil/onkunde van de gemeente om volwassen met haar oprecht betrokken burgers om het gaan. In plaats van alle betrokken burgers om deze mooie en door iedereen gedragen intentie te verzamelen, heeft zij er (om financiële of gemakzuchtige) redenen ervoor gekozen om eenzijdig te bepalen wat haar het beste uitkwam en vervolgens deze voorkeur met alle middelen door te zetten. De gekozen zuidelijke bouwroute lag al vast in de aanvragen Omgevingsvergunning (?+dd) ruim vóórdat de eerste informatie-avond met de buurt werd gehouden. Op die avond is door mij meteen een voor de hand liggend en redelijk noordelijk alternatief voorgesteld. Deze werd meteen afgedaan als onhaalbaar en vooral: onbetaalbaar. De zuidelijke ‘Verlengde Ceramlaanroute’ was en bleef de bouwroute. In de loop van de ontwikkelingen komen steeds meer mensen middels gezond verstand en nadere bestudering uit op hetzelfde idee. Toch wil de gemeente er niet serieus naar kijken.
Alle onderzoeken die dat later wel lijken te doen zijn zodanig geframed, beperkt of geformuleerd dat de zuidelijke route de minst slechte keus was. Bij het allerlaatste gemeentelijke aanbod in die zin was het wantrouwen bij de andere betrokkenen inmiddels zo groot dat de gemeente (samen met het LCL) zelf deze exercitie heeft gedaan. Uiteraard met dezelfde uitkomst.
Het College van de gemeente volhardt in haar toondove handelswijze en probeert met juridische machtsmiddelen de impasse te doorbreken.
Dit vindt zijn oorzaak in hoe wij onszelf laten besturen door anderen. En wel middels een steeds meer vastlopend systeem van verdeel en heers. Door een op zich zelf gerichte bestuurscultuur, dat feitelijk wordt geregeerd door het imago, eigenbelang en de herverkiesbaarheid van de politici met enkel oog voor de korte termijn. (Ik kan voorbeelden geven). De bureaucratie staat primair ten dienste van deze politieke cultuur. De uitvoeringsorganisaties worden op hun beurt middels uitgebreide administratieve controle ‘marktconform’ afgerekend op harde meetbare kwantitatieve criteria.
De enige weg vooruit die niet nog meer ten koste gaat van het al zeer beschadigde vertrouwen in de overheid is door alsnog te doen wat in het begin nodig was: Samenwerken alvorens te besluiten.
Dat kan enkel met z’n allen aan tafel te gaan zitten en in alle vrijheid samen te werken aan een bevredigende oplossing, inclusief een oplossing voor de reeds aangerichte schade: Aan de natuur en aan het vertrouwen van de burger
Er zijn prima methoden om dat proces in alle openbaarheid en eensgezindheid te laten plaatsvinden.
De visie en intentie van de Gemeente over een inclusieve creatieve regeneratieve klimaatneutrale stad is een prima uitgangspunt. (Ik noem als voorbeeld van een methode Design Thinking omdat dat mijn vak is.)
Er is in onze buurt eigenlijk geen duidelijke plek waar we elkaar spontaan kunnen tegenkomen. In de galerijflat zie zie je buren enkel als je het gebouw binnenkomt of uitgaat. Je ontmoet elkaar vooral in het trappenhuis of de lift. En dat is meestal op een onhandig moment dat je net geen tijd hebt. De huizen zijn ook meer ontworpen op privacy dan op onderling samenzijn. Het buurthuis Oude Raadhuis, hoe mooi ook, staat eigenlijk niet midden in onze buurt (zoals ik dat beleef). Het plein zie ik als centrum van dit Beauregard buurtje.
Dus als eerst stap naar een meer levendig plein heb ik op de jaarvergadering van onze bewonersvereniging Beauregard afgelopen februari een toezegging gedaan: Ik ga op de eerste zaterdag van de maand op het plein staan, voor iedereen die een kopje koffie wil of iets wil delen, vragen of wat dan ook. Ik verwachtte er weinig van, maar het was het enige dat ik kon verzinnen en zeker ook kon laten gebeuren.
Dus die zaterdag op tijd uit bed en bij Henk een thermoskan en een sta-tafel geleend. Uit de rolcontainer met buurtspullen. Ik ben gewend dat ik alles alleen doe, maar ik ben die dag blij verrast met het genoegen van goede buren! Henk en zijn zoon David hielpen meteen mee de spullen op het plein te zetten. Tammy was al naar de Jumbo voor de koffiemelk die ik was vergeten.
Ik had me mentaal voorbereid op een uurtje op m’n telefoon kijken, maar dat verliep prettig anders. Andere kinderen kwamen op de ‘drukte’ af, soms met hun ouders in het kielzog. Ik leerde buren kennen die ik nog niet eerder had gezien. Zo stonden we met ongeveer een man of twaalf te kletsen op het plein, met een troep spelende kinderen om ons heen. Yolanda ging koffie bijzetten vanwege het onverwachte succes.
Na ongeveer anderhalf uur kwam het zoetjesaan tot een eind. Allee deelnemers tevreden met de spontane ontmoeting en gesprekken. Ik ben in de dagen erna ( en ook op de buurt-app Beauregard Social) nog regelmatig aangesproken door mensen: Wat was er te doen op het plein? en Volgende keer kom ik ook!
Kortom dit simpele experiment wat -zeker gezien de eenvoud – een verrassend succes. Dat ga ik zeker herhalen. De eerste zaterdag van april is op 1 april. Desondanks ga ik serieus nog een keer met koffie op het plein staan. In de hoop dat nu IEDEREEN naar buiten komt. De winter is voorbij en als we het samen doen, gaan we de mooiste zomer tegemoet. Zet het alvast in je agenda: Pleinkoffie. 🙂
Ik vermoed dat veel mensen het al spontaan aanvoelen; we zijn eigenlijk groepsdieren en vinden gezelschap instinctief heel gezellig. Die waarheid als een koe is ook wetenschappelijk onderzocht en bevestigd: Positieve relaties zorgen ervoor dat je langer en gelukkiger leeft. Als je me niet gelooft mag je het zelf nalezen in deze Engelse studie van de Harvard Universiteit.
Leiders krijgen of nemen de macht in handen. Maar het is algemeen bekend en door de geschiedenis bewezen dat macht corrumpeert. Dus Leiderschap corrumpeert en het zijn zeldzaam sterke schouders die daartegen bestand zijn. Toch blijft de roep om leiderschap terugkeren. Het is dan ook een verleidelijke droom: Iemand anders, groter en sterker, leidt jou naar een betere toekomst…
Ik wil hier binnenkort uitgebreider ingaan op de achterliggende oorzaken van deze dynamiek tussen autonomie en volgzaamheid. Deze post wordt geleidelijk uitgebreid…
Als inwoner van Eindhoven met zijn groeiambitie en luchtvervuiling heb ik deze video over de Brabantse relatie met China met veel belangstelling bekeken. Het maakt de impact van globale relaties heel voelbaar in mijn eigen leven. Terwijl wij dachten in te zetten op wederzijdse afhankelijkheid wil China juist onafhankelijk en meer dominant zijn. Wij leven nog in een exclusieve positie van luxe dankzij de goedkope arbeid in China. Maar China is als opkomende wereldmacht, bezig haar plek in de geschiedenis terug in te nemen. Zij willen nu het leiderschap. Wij staan nu voor een afweging tussen waardensystemen en economische belangen. Denkend vanuit verschillen en concurrentie is de trend helder: Wij zitten in de verdediging en zijn aan het verliezen. Dat moeten we anders gaan aanpakken.
Het is dus nodig om van (overlevings-)strategie te veranderen. Het is tijd voor een essentiële verandering van ons waardensysteem. Concurrentie is niet meer ‘gezond’, we moeten het nu hebben van onze Social Fitness. Prettiger en menselijker.
De betekenis van veel ‘economische’ vanzelfsprekendheden is dringend toe aan herijking. Herijking aan de werkelijkheid van vandaag en aan de achterliggende natuurwetten. We moeten van een datagedrevene informatie economie naar een ecologisch gebaseerde betekeniseconomie. Econoom Kees Klomp heeft daar een zeer toegankelijk boek over geschreven.
Dit ongepubliceerde stuk kom ik na tijden weer tegen. Het bevalt me. Ik ben benieuwd wat jij er van vindt…
Ik ga mezelf eens lekker toestaan om nog wat verder uit te zoomen. Om te ontdekken waar de jeuk vandaan komt.
Onze westerse samenleving gelooft dat ons welvaren rust op ondernemerschap.
Onder die vlag verzamelen zich drie verschillende activiteiten: Dienstverlening, productie en handel. Toen ik als kleine zelfstandige voor mezelf begon had ik daar geen weet van. Met vallen en opstaan leerde ik die verschillen. Ik kon de prachtigste dingen produceren (productie), maar dat betekent niet automatisch dat de klant zich daarmee geholpen voelde (dienstverlening). Hoe ik werd beloond was nog een heel ander aspect. Dat is handel.
Handel is de kunst van waardetoekenning. En waarde is geen objectief gegeven, maar uiterst contextueel en situationeel. Jouw winterjas is nu veel minder waard dan over een half jaar. Zeker de gebruikswaarde, maar daardoor ook de handelswaarde. Waarde is ook uiterst persoonlijk en tevens afhankelijk van allerlei psychologische factoren. En van onzekerheden zoals toekomstverwachtingen. Bij elke transactie weegt dit in principe allemaal mee.
Handelaren spelen met deze factoren. En bespelen zo hun tegenpartij. Dat kan heel ver gaan of worden begrensd door wettelijke of morele kaders. (Die helaas niet samenvallen.)
Ik weet nog steeds niet goed wat ik vind van handel. Ik neem waar dat dit onderhandelen in onze cultuur weggeorganiseerd is, terwijl ik op vakantie in Turkije of Marokko dit opeens moest aanleren.
Maar ik heb er een hekel aan dat mijn onzekerheid wordt geëxploiteerd door een ander die net iets meer weet en mij met een feitelijk onnodig verlies opzadelt. Mensen zouden elkaar dat niet moeten aandoen, zegt mijn gevoel. In de Amerikaanse zakenwereld is dit dan weer helemaal geaccepteerd. You are a winner or a loser. Met als gevolg een totaal gefragmenteerde super onveilige samenleving.
Deze waarneming is relevant nu we hier in Nederland aanlopen tegen de nadelen van een naïef geloof in het heil van een ongebreidelde marktwerking. De markt dicteert waar de overheid zou moeten regeren. In de zorg, het onderwijs, de landbouw enzovoort.
Wat is de rol van rechtvaardigheid in belasting-inning. Hoe verhoudt zich dat met winstmaximalisatie in de internationale handel?
========================
Als de belastingheffing integraal onderdeel wordt van de internationale handelsstromen worden de handelaren leidend. Dat moet een overheid niet willen!
Handelaren willen rijk worden door winstmaximalisatie over de rug van hun klanten.
In de middeleeuwen deden (r)overheden dat ook. Willen we daar naar terug?
Als de overheid het collectieve deel van de economie onder haar beheer wil hebben, kan dat veel eenvoudiger. En wel door de schatkist te vullen met een percentage van elke transactie tussen (rechts-)personen. Dat kan enkel door het geldverkeer onder haar hoede te nemen. Dat is sinds eeuwen uitbesteed aan private bankiers. Elke techneut kan momenteel een digitale munt introduceren. Als de overheid haar belasting zou innen in haar eigen guldens via haar eigen banksysteem, dan kan ze het collectieve deel automatisch afromen van elke transactie binnen Nederland.
Vandaag ben ik begonnen in het boek ‘Je hebt het niet van mij, maar…‘ . Een antropologisch verslag van een maandje rondkijken in het Haagse politieke wereldje in 2009. Het laat zien dat de regelgeving in Nederland (of wat daar van over is) tot stand komt middels een ondoorzichtig kluwen van verstrengelde belangen. Het algemeen belang zit daar helaas niet bij.
De beschreven patronen lijken mij niet exclusief voor de politieke wereld, maar meen ik overal terug te zien als een impliciete laag in elke sociale dynamiek. Het zijn de onbeschreven instincten en impulsen die wij allen bezitten, maar liever niet openlijk tonen, omdat dat ten koste zou kunnen gaan van onze positie in de betreffende sociale groep.
De eenvoudigste voorstelling van een sociale interactie bestaat uit twee personen. De één wil iets van of voor de ander. Wat doet er niet toe. Of het nu triviaal is of belangrijk, er spelen altijd twee tegengestelde belangen mee. Enerzijds wil een ieder gewoon zijn/haar zin hebben, voordeel behalen of een behoefte vervuld zien. Anderzijds mag dat niet teveel ten koste gaan van de relatie, want dat schaadt een ander belang/ behoefte: Die om geaccepteerd te worden, om erbij te horen, om aardig gevonden te worden en in de toekomst samen verder te kunnen. Het is dus een afweging tussen egoïsme en sociaal belang. Deze belangenafweging speelt altijd mee. Bij elke sociale interactie. Bewust of onbewust.
Maar wanneer ‘erbij horen’ niet meeweegt, omdat de ander niet tot de eigen kring behoort, dan is de afweging totaal anders. Dan wordt het egoïsme niet afgeremd door onze tribale instincten. Dan zijn de meest brute vormen van exploitatie mogelijk. Dit verklaart allerlei vormen van wat we graag ‘onmenselijkheid’ noemen. Maar ook wat we kennen als de ‘motor’ van onze economie: Concurrentie en winstmaximalisatie.