Sign of the Times

While the waters are rising and the forests all over the planet are burning even more threatening processes are taking place under the vast surface of our oceans.

Due to our pollution of the atmosphere and our rivers. Our seas are acidifying. With desastrous effects. The minuscule creatures at the bottom of the food chain lose their skeletons. And with that the whole marine ecosystem will collapse,

This needs to stop. We need a radical transition to another way of stewarding our society, economy and the planet as one intertwined ecosystem.

Here is a Dutch article with more detail: https://eenvandaag.avrotros.nl/embed/529231/

Onzekere zaken

Ik ben altijd onzeker geweest over mijn werk. Of ik het wel kon, of ik er wel van zou kunnen leven, of ik er op de lange termijn wel de hypotheek en mijn pensioen van zou kunnen betalen. Ik zag dat altijd als een gebrek van mijn kant. Te weinig moed, te weinig ambitie of draagkracht. Deze dinsdagochtend 17 augustus 2021, goed en wel in mijn 68e levensjaar, drong het in een terloopse ochtendgedachte tot me door hoe onveilig ik me altijd heb gevoeld. En hoe structureel die onveiligheid is ingeweven in onze maatschappelijke structuren. Want de onverbiddelijke eis is, dat ik in mijn eentje voor mezelf kan zorgen en als ik een echte vent ben ook voor mijn vrouw en kinderen.

In de ogen van de wereld is mij dat ook redelijk gelukt. Zelf heb ik dat succes nooit zo beleefd. Als een verwonderd kind heb ik dat allemaal zo goed en kwaad als dat kon wel gedaan, maar eigenlijk was ik enkel bezig te begrijpen hoe dit allemaal in elkaar zat.

Er schijnen goede mensen te zijn en slechte mensen. Goede mensen zijn populair, rijk, knap en zelfverzekerd. Als kind zag ik die elite komen aanrijden in onze straat om hun glimmende auto voor het hotel naast ons te parkeren. Daar gingen zij daar lachend naar binnen om zich daar zorgeloos te laten bedienen met allerlei onbetaalbaar eten. Ik wist enkel dat dat geld kostte dat wij gewone mensen niet hadden. Zo zijn er volgens deze opvatting ook slechte mensen. Daar las of hoorde ik enkel over via de media. Ik herinner me de verontwaardiging en vastberadenheid in de krant als af en toe bleek hoe de onderwereld probeerde te infiltreren in de bovenwereld. Goed en kwaad waren de maatstaven waarmee mijn wereld was gedefinieerd. De politie met zijn sterke arm was onze vriend en als er iets scheef ging sprak de rechter gelukkig recht.

Dus toen ik eindelijk als net volwassen jongeman ook mee ging doen in de maatschappij, leek het me vooral belangrijk om de slechteriken te vinden die de rottigheid in onze maatschappij brachten. Begrijpen hoe de vork in de steel zit, is altijd de drijvende kracht geweest in alles wat ik deed. Zodoende heb ik voor vrijwel elke vorm van maatschappelijke organisatie gewerkt die je maar kunt bedenken. Overheid, business en non-profit. Waar zitten die slechte mensen dan? Lang verhaal kort: Echte kwaadwilligen heb ik niet gevonden. Ik ontmoette veel angst- en status gedreven gedrag, kortzichtigheid of een krampachtig vasthouden aan wat men deed of had. Ik ontdekte dat vrijwel iedereen het goed bedoeld, maar wel vanuit een eigen begrip van wat goed is.

En ik ontdekte iets anders: Het bleek geleidelijk dat geld vrijwel alles ingewikkelder maakte. Zodra er geld in het spel kwam, verdrong dat een heldere afweging van prioriteiten. Dan werden gezonde ideeën en voorstellen opzij geschoven met argumenten als: ´de schoorsteen moet roken´. Er moet onder de streep wel verdiend worden, zei de zakenman en bij de overheid werd elke vernieuwing de das omgedaan met een ´daar is geen geld voor´. Dat was erg verwarrend, want ´money makes the world go round´ toch? Wat zag ik niet?

Ondanks deze signalen duurde het erg lang voor ik me er toe bracht met economie bezig te houden. Economie klonk saai, abstract en vol onbegrijpelijke getallen. Ik kon me er niets concreets bij voorstellen. Volgens het nieuws draait de economie goed of slecht, hij kan zelfs oververhit raken. Het lijkt de motor van onze maatschappij te zijn en hij draait op geld. Als het goed gaat met de economie krijgen we allemaal kansen om mee te profiteren. Zoiets.

Pas toen ik in mijn favoriete vreemdewoordenboekje de oorsprong van het woord economie opzocht veranderde dat beeld. Ik citeer uit het Prisma handwoordenboek van A. Kolsteren uit 1975: economie´ [G oikonomia = huishouding, van oikos = huis en nemoo = verdelen, bezitten, besturen; zie astronomie] huishoudkunde, staat- of landhuishoudkunde, (wetenschap van het beheer van bronnen, bedrijvigheid en uitgaven en dergelijke van een gemeenschap; leer van het verband tussen werkzaamheid en welvaart van de maatschappij; doelmatige inrichting); spaarzaamheid, zuinigheid.

Dat was een heel andere definitie, veel herkenbaarder en dichter bij mijn beleving van de werkelijkheid. Economie betekent gewoon het bestieren van een huishouden! Op elke denkbare schaal van de gemeenschap van wie dat huishouden is. Zo heb ik nu een tweepersoons huishouden. En de economie van Nederland = het huishouden van Nederland! Niets meer en niets minder.
Dat inzicht was zeer verhelderend. Opeens kon ik zin en onzin onderscheiden in allerlei opmerkingen over De Economie. En man, wat een gebakken lucht is dat! Een soort kleren van de keizer klucht.
En precies zoals in dat sprookje, gaat het hele volk daarin mee, want het zijn wel de machthebbers en de hoogwaardigheidsbekleders die deze sprookjes in de wereld brengen. Ik vermoed omdat zij het zelf ook geloven. Het staat inmiddels wel vast dat ´de economische wetenschap´ een moeras is van tegengestelde overtuigingen, maar dat blijkt de status van de geldprofeten niet aan te tasten.

Want elk mens in mijn wereld weet dat er met geld van alles mogelijk is en zonder geld veel minder. Dus mijn nieuwsgierigheid richtte zich vervolgens op geld. Op de geschiedenis en oorsprong van ons geldsysteem. Dat is een fascinerende ontdekkingsreis, waarin gelukkig anderen mij zijn voorgegaan. Het blijkt dus dat de geldwereld de grootste privé onderneming ter wereld is. Eén die daarvoor ook nog eens in elk ontwikkeld land een monopolie heeft. Wàt!? Ik was en ben daarover verbijsterd. Het is echt ´hidden in plain sight´. Vrijwel niemand weet het en zelfs als men het weet wordt het straal genegeerd. Ik ken inmiddels gelukkig flink wat mensen die inzetten op een alternatief geldsysteem. Maar bitcoin is een bedenkelijk voorbeeld van dat hoe dat kan verlopen. Zelf vermoed ik inmiddels dat het probleem meer ligt in het simpele gegeven dat we elkaar voortdurend afrekenen. Dat heeft een ontluisterend verdeel- en heerseffect dat men zelfs bij heel kleine kinderen al kan aantonen. [bron via stef?] Dat is natuurlijk een behoorlijk probleem. Technisch is het perfect mogelijk om onze wereldproblemen op te lossen. Kennis en mogelijkheden in overvloed. ´Economisch´ is het echter onverantwoord. Wat klopt hier niet? In plaats van vrijheid te genereren, wat het altijd belooft, blijkt in de praktijk het omgekeerde het geval. Het beknot reële mogelijkheden en gaat ten koste van onze vrijheid om te doen wat echt nodig is. Een bizar dilemma. Geld lijkt ons gevangen te houden in onzekerheid.

Dat brengt me terug naar mijn eigen onzekerheid en onveiligheid, die ik altijd heb gezien als een persoonlijk falen. Ooit heb ik al eerder elders met verbazing geconstateerd dat sommig individuele problemen helemaal niet zo persoonlijk zijn als dat men ze beleeft. Goed of slecht slapen bijvoorbeeld. Sommige mensen zijn gezegend met een onaantastbare nachtrust, sommige mensen kunnen toe met weinig slaap. Dat schijnen genetische kadootjes te zijn, waar een mens niets aan kan doen. Maar inmiddels wordt ook onderkent dat de algemene kwaliteit van onze nachtrust vooral wordt bepaald door ons stressniveau. Terwijl een goede nachtrust de grootste factor is voor direct welzijn (Even tussendoor: Ik heb dit alles uit {populair} wetenschappelijke bronnen. Ik verzin zelf niks.)
En de druk die de ´Economie´ op ons legt is niet gering. Prestatiedwang en mogelijk inkomensverlies bij gebrek aan volgehouden inspanning zijn een paar van die dreigingen die ons collectief in een bepaald gareel houden. Met als norm (in mijn jeugd) dat een gezonde man kan werken van zijn 15e tot aan het pensioen op zijn 65e ongeveer een halve eeuw productief kon zijn. Werken van je . Reken uit je winst. Hoewel, mijn winst?

Inmiddels weet ik dat het grootste deel van mijn inkomsten voor de bankiers was. Vooral via de hypotheek die het mogelijk maakt dat je een eigen dak boven je hoofd hebt. Een hypotheek is echt een gouden kooi. Samen met de vaste baan zit daarmee een groot deel van de bevolking in een stramien van elke weekdag werken en dan even een paar weken niet. In de vakantie en weekenden dien je te consumeren om zodoende weer optimaal te kunnen produceren. Het leven is daarmee vereenvoudigd tot een simpel commercieel patroon van geldcirculatie, waarin een mens is gereduceerd tot een human resource. Dat voelt niet goed. Is dat nou echt de oorspronkelijke bedoeling van onze staatshuishouding? Mijn eigen huishouding is er toch ook niet om mij aan het werk te houden? Daar is het gelukkig precies andersom! Ergens klopt er iets niet…

Ik wist en weet nog steeds niet wat ik op mijn eentje aanmoet met deze afwijkende bevindingen.
De meeste mensen lijken redelijk tevreden en gelukkig met hun opgehokte situatie. Maar dat zegt natuurlijk weinig. Wat dat betreft zijn we net zo gedomesticeerd als onze huisdieren. Dus bij gebrek aan alternatieven doe ik gewoon een beetje mee met de rest. Ik heb er voor gekozen om precies genoeg geld te hebben, niet meer en niet minder. Dat is wonderlijk wel gelukt. (Hoe precies is een ander verhaal waarin ikzelf weer niet de held ben.)

Mijn uiteindelijke werk als ´graphic facilitator´ was het creëren van duidelijkheid. In het licht van wat ik hierboven beschreef, is het niet verwonderlijk dat de vraag daarnaar enorm is. Met (be)tekenen worden de dingen in hun samenhang uitgebeeld en ontstaat er inzicht naast begrip. We weten inmiddels dat kijken ergens anders in het brein gebeurt dan (be)denken. Doe je beide tegelijk dan benut je letterlijk meer van je hersencapaciteit. Dus ik creëerde onbewust echt toegevoegde waarde met mijn tekeningen en nieuwsgierigheid. Want (durven) vragen is nog zo´n onderschat gereedschap. Op die manier was ik achteraf een pionier. Innovatie heet dat nu. Toen was het enkel het beste maken van mijn typische talenten. Mijn werk bracht me steeds verder en hoger in allerlei organisaties. Op de top van mijn carrière werkte ik als éénpitter onder andere voor grote multinationals.

Zo werd ik kind aan huis in één van de grootste Nederlandse familiebedrijven. Klinkt dat niet mooi. En zo voelde het ook. Als er iets in de organisatie verhelderd moest worden was ik de persoon die ze erbij wilden. Uiteindelijk kwam ik zelfs direct met één van de eigenaren te werken. Dit zijn zeer welgestelde mensen die in miljoenen denken. Op dit chique niveau vergat ik helemaal me tijdig strak zakelijk op te stellen. Daardoor belandde ik pas na voltooiing van de opdracht in een rechtstreekse onderhandeling over mijn waarde terecht met deze opdrachtgever. Omdat ik aannam dat ik eindelijk de taal van deze rashandelaars sprak, verheugde ik me daar wel op. Want zijn dit de mensen die overal winst van kunnen maken. Maar blijkbaar had ik toch een verkeerde toon aangeslagen. Mijn rekening werd na mijn eerste zakelijke weerwoord prompt betaald en ik vernam verder niets meer. Pas maanden later ontdekte ik dat vrijwel alle belangrijke contacten uit mijn netwerk te horen hadden gekregen dat werken met mij ten koste zou gaan van de relatie met dit machtige bedrijf. Ik had onbedoeld van een machtig persoon ontstemt. Er was keihard met mij afgerekend en ik zat opeens vrijwel zonder werk.

Dat was een openbaring. Niet meteen natuurlijk. Ik heb me uitgebreid afgevraagd wat ik fout had gedaan en hoe dat nu verder moest, maar uiteindelijk ontvouwde zich dat op natuurlijke wijze. Ik kreeg geen werk meer van mijn grootste klanten, maar mijn netwerk van kleine zelfstandigen was onaangetast. Dit waren echte mensen die mij echt kenden. En zoals dat gaat onder ´collega´s´, kreeg ik af een toe een verzoekje om iets kleins te doen. Op die manier werd ik benaderd door een collega facilitator om een illustratie te leveren voor de omslag van haar Engelse boek over haar werkwijze.
Ik verzocht haar het manuscript toe te sturen en zag meteen dat het wel meer nodig had dan een aantrekkelijke omslag. Maar ze had maar een klein budget waarbinnen dat niet mogelijk was. Weer die vrijheidsbeperking door geld!

Maar deze keer had ik wel een enorm vermogen aan tijd. Dus ik besloot gewoon te doen wat ik graag deed. Ik zag wat er nodig was met het boekje en ik besloot mezelf (mezelf! niet haar) toe te staan om het gewoon zo mooi en duidelijk te maken als nodig was. Ik gebruikte haar budget om mijn dochter – die was net begonnen als grafisch ontwerper – de verzorging te laten doen van de lay-out en ik maakte alle illustraties die mij leuk, behulpzaam of grappig leken. Wat was dat leuk. Zonder enige remmingen in tijd en geld kon ik iets moois maken dat een ander zou helpen. Wat een rijkdom en plezier. En wat een onverwachte les: Door het geldstuk (haha) los te laten was ik opeens vrij. Die ervaring maakte me duidelijk dat mijn gevoel gewoon klopt. Geld en elkaar afrekenen zijn niet de gezonde economische elementen waar wij ze voor houden. Het is een subtiel dwangsysteem waarmee we ons een leven lang laten afpersen. Enkel omdat we in dit systeem geboren worden zien we niet dat het niet normaal is. Het is als geboren worden in een disfunctionele familie, enkel nu is de hele maatschappij doordrenkt met wantrouwen en schuld.

Ik ben mijn hele leven gevangen gehouden in de angst om niets waard te zijn. Een loser. Onwaardig, armoedig, gefaald en maatschappelijke uitgestoten. Die onveiligheid heb ik inmiddels teruggezien bij vrijwel elke persoon die me genoeg vertrouwde om dat te delen.

Sinds ik een basisinkomen heb (pensioen en aow) in een huurflatje voel ik me voor het eerst niet bedreigd. Voor het eerst was ik veilig. Dat duurt best een tijdje voordat dat inzakt in het lichaam.
Er zijn veel mensen die pensionering heerlijk vinden, maar ik lees ook dat behoorlijk veel mensen die plotselinge verandering in leefstijl niet trekken. Een behoorlijke percentage [bron] geeft rond de pensioengerechtigde leeftijd de geest. Ik vermoed dat dit door hetzelfde patroon wordt veroorzaakt dat ook tijdens vakanties opduikt: De plotselinge verandering is te veel voor het lichaam. Hartaanvallen en andere problemen doen zich dan ´opeens´ voor. Zelf heb ik het geluk dat ik al zelfstandig was en niet werd verplicht te stoppen met mijn bijdragen aan de samenleving. Ik heb ´the best of both worlds´, een basisinkomen en ik werk zoveel ik wil. En tegenwoordig enkel als ik echte waarde kan toevoegen. Geld speelt geen rol van betekenis meer. Mede daardoor ben ik gelukkiger dan ooit. Een zorgeloze basis werkt zo veel fijner.

Dit heeft ongeveer drie jaar geduurd en toen kwam vorige week het rapport dat het einde van onze beschaving aankondigt. Sindsdien voelt de grond onder mijn voeten weer even onveilig als voorheen. Dus dat is de volgende puzzel; Hoe kunnen we dit overleven?

Positieve principes

Er vanuit gaande dat de eeste mensen deugen, wordt het interessant te bedenken welke onbenutte mogelijkheden de mensheid zou kunnen gaan gebruiken om de noodzakelijke veranderingen in de samenleving te leiden en te versnellen. Dat wil ik in dit essay (lees probeersel) onderzoeken. Ik begin met een inventarisering van patronen, zoals ik ze waarneem. Ik nodig de lezer uit om de waarde en waarheid van elke stelling te overwegen en de argumenten voor of tegen te noteren. Plus of ik ze correct toepas in mijn eigen betoog.

  1. De meeste mensen deugen.
  2. Iedereen bedoelt het goed.
  3. De definitie van ´goed´ loopt ver uiteen.
  4. De meeste mensen dragen trauma mee. Dat wil zeggen vroeg ingeprente patronen die hun karakter bepalen en dwingen tot bepaalde overlevingsstrategiën. Deze zijn niet rationeel benaderbaar. Omdat ze zijn gevormd in een ontwikkelingsstadium voorafgaand aan het vermogen om hierover na te denken. Als een situatie zo´n overlevingsstrategie oproept, is het onmogelijk het daaruit volgende gedrag bij te sturen,
  5. Stress verhindert rustige overwegingen en zorgvuldig afgewogen reacties.
  6. Onder druk grijpen mensen terug naar bekende eenvoudige reacties. Samen met aanwezig trauma kan dit een negatieve spiraal van acties en reacties veroorzaken.
  7. Destructie is veel makkelijker dan constructie.
  8. Onze waardering an winst en verlies is asymmetrisch: Mogelijk verlies wordt instinctief vermeden, mogelijke winst leidt minder vanzelf tot actie.
  9. Iedereen heeft (vrijwel) de zelfde behoeften,
    • (Eten, slapen, drinken, geborgenheid, zekerheid, plezier, erkenning etc.)
  10. De strategiën om onze behoeften te bevredigen zijn zeer divers.
  11. Mensen in onze cultuur wordt geleerd hun hersens gebruiken of hun handen, zelden beiden. Laat staan dat we leren ons gevoel even bewust en beheerst in te zetten.
  12. Mensen zijn niet rationeel economische wezens volgens het paradigma van de klassieke economie, maar wel in biologische zin: We zijn liever lui dan moe. Ofwel enkel als het echt noodzakelijk is willen we ons ergens voor vermoeien. Dat is universeel biologische energiehuishouding.
  13. Het kost veel minder energie om situaties in stand te houden dan ze te veranderen.
  14. Wij nemen fouten waar, maar amper wat goed gaat/is.
    • Een negatieve feedbackloop is daarom voor de hand liggender dan een positieve.
  15. Mensen leven graag in een fijne buurt. In het algemeen betekent dat met buurtgenoten bij wie je je fijn voelt. En met voldoende voorzieningen in de levensbehoeften.
  16. Dwang is een vorm van geweld. Situationele dwang is een onvermijdelijk effect van een verstoorde homeostase. Dwang tussen mensen zou enkel in uitzonderlijke situaties mogen voorkomen.
  17. Er is maar één werkelijke vorm van echte motivatie: Intrinsieke motivatie.
    Alle ander uitingen zijn vormen van dwang en daarmee gewelddadig.
  18. Ieder gezond mens heeft een natuurlijke behoefte bij te dragen aan ´een betere wereld´, ofwel aan een doel dat boven het directe eigenbelang uitstijgt.

Vanuit de aanname dat deze stellingen juist zijn, wil ik een beeld vormen van wat (groepen) mensen in deze wereld kunnen doen om bij te dragen aan een aangename en duurzame samenleving.

Stel dat we er in slagen om de meest fundamentele levensbehoeften te garanderen van zeg de hele buurt om mij heen. Ik stel me een levenslange onvoorwaardelijke basisinkomen voor. Wat zou veranderen? Welke voordelen en welke onvredes zouden aan de oppervlakte komen?
Ik heb zelf – voor het eerst zo bewust in mijn leven- ervaring met een onvoorwaardelijk basisinkomen. Ik geniet een AOW plus een bescheiden pensioen. Mijn materiële basisbehoeften zoals veiligheid, onderkomen en voedsel zijn gegarandeerd voor een jaar of vijftien zolang de huidige samenleving niet instort. (De oplettende lezer zal opmerken dat dat volgens de Club van Rome ergens rond hetzelfde tijdstip zal plaatsvinden.)
Nadat de ervaring van een basisinkomen tot een nieuw evenwicht had geleid, nam ik een aantal nieuwe zaken waar. Binnen en buiten mijzelf. Allereerst de ontspanning. Alsof er een enorme last van mij afviel. Dat gevoel onderzoekend, kwam ik erbij uit dat eindelijk het zwaard van Damocles niet langer aanwezig was. Het had gedurende mijn hele zelfstandige bestaan dreigend aan een breekbaar draadje boven mij gehangen: Als ik zou stoppen met geld verdienen, dan zou mijn voortbestaan in gevaar zou komen. ´De schoorsteen MOET roken´ zo verwoordde een vriend van mij het. Velen met hem geloven oprecht dat de maatschappij enkel bestaat vanwege een eeuwige interactie tussen productie en consumptie. Een beperkt en achterhaald paradigma vermoed ik.
In plaats van dat ik gedwongen was geld te verdienen kon ik eindelijk doen wat ik echt belangrijk vond. Concluderend dat de maatschappelijke dwang dat decennia grotendeels had verhinderd. Ondanks dat wat ik belangrijk vind juist ontstaat uit mijn intrinsieke verlangen om optimaal bij te dragen aan die maatschappij.(18) De spanning rond die gevoelde tegenstelling viel ook weg.

Doordat de dwang was weggevallen om voortdurend druk te zijn besefte ik hoe cultureel bepaald die dwangbuis was. Plus het besef dat het met de huidige kennis van de menselijke natuur en onze enorme technische mogelijkheden het in principe mogelijk is om een betere maatschappij vorm (uit) te vinden. De meeste obstakels om te veranderen zijn vastgelegd in de wetten waarmee wij onszelf dwingen. Met de beste bedoelingen hebben wij veel natuurlijke verbeteringen geblokkeerd. Mijn voortschrijdend inzicht is dat het echt beter kan. Als we die betere wereld kunnen specificeren kan dat als een referentie dienen om onder andere onze eigen regels tegen het licht te houden.

Het universum is de heelheid waarin wij bestaan. Alles hangt samen. Het universum is het volledig leven. We hoeven ons alleen maar voor te stellen wat er met ons leven gebeurt en het hele universum steunt ons.

The alphabet code challenge

Sometime around 5 years ago I heard Tammy Lea Meyer talking about the Alphabet Code. It sounded interesting, and sparked my curiosity. Little did I know how this would influence my future. First, it led to deeper conversations with Tammy. These began in an effort to debunk this logically inexplicable woo woo download she apparently received. Although at first I could point at some obvious superficial inconsistencies, the tapestry of patterns and meaning was so intricate that I could not imagine how someone could come up with it, let alone why.

We as people are pattern seekers and meaning makers, which is a tendency that comes with some risk. Everybody sees faces in clouds, but that does not mean that clouds are floating people. Initially I was quite aloof, and found myself reticent to accept the concepts of the Alphabet Code. It attaches deeper meaning to every letter of the alphabet including the sequence, layering, etcetera. It still escapes me how it is possible to have such an elegant and entwined body of knowledge on a historically grown sequence of symbols. In that sense, it defies causality, and logic, which are two of my favorite handles on reality. And if this is so, why English? How about the Chinese Alphabet Code? I still don’t have answers to those obvious questions.

Anyways after some conversations with Tammy I knew she was an authentic and awesome person and the Alphabet Code was a fascinating enigma. At that point I chose to use my visualization skills to bring some clarity to her project. I guessed that it would not be time wasted. Either it would show the inconsistencies in her story or—if not—it would help her bring across what this was actually about.

That felt like a smart move. It always feels good to help people, particularly nice people. And it kept begging the question; So if this makes sense, what is it for?

Looking back I can also see that it was a smart move in order to keep her project at a distance. I was just helping, it was not really my thing. I totally failed at debunking it and I had to admit that it had a paradigm shifting effect on me. I still resisted its influence, let alone being able to begin to allow myself to accept this … this what?

While the Alphabet Code Project grew with the help of my designs, the relationship between me and Tammy also grew. Even though I resisted that life force at first too. But once I gave in, according to the theme ‘allow and receive’, my life changed for the better. Much better. We are great partners in both work and life, and very aware of the great opportunity and challenge life is in these times. But these are other stories for another moment.

The Alphabet Code was like a third entity in our life. Tammy named it an intelligence in itself. It is super interesting to decode words and names and have the outcome make you think about the deeper meaning of things. But that is like playing with the Tarot or the I Ching, without seriously accepting the worldview behind them. If there is something to the Alphabet Code, and I want to know it. Tammy says that the Alphabet Code wants a conversation—about the nature of existence beyond what we can perceive and take for granted.

Working with it I could see that it can be explained this way. Yet as said I kept it outside myself in contradiction with one of the core messages of the Alphabet Code, namely that everything is within…
This changed last night as we chose to start the week with focusing on the Alphabet Code and finalizing the design of the playing cards we made and preparing its production. For the first time I gave up the last reservation I felt about its value and use. It was one of those subtle almost imperceptible choices that can change lives.

And I now feel that for the first time I accept the Alphabet Code as an intelligence in itself. Still weird to put this in writing, but this is what is happening. I am finally on board, and we are sailing.

This is the outcome of many many factors that I will not get into here, but I can feel the effect of my choice. I know We Are One. This here universe is a Oneness, we can not separate from. That deep knowing at this point feels like the paradigm shift the Alphabet Code points to. And I feel I am still just scratching the surface, and wondering what the surface of a multi dimensional entity looks and feels like.

Much more to know. But I am IN.

Positieve patronen

Patronen zijn de levende herkenbare structuren die wij herkennen als we de wereld en onszelf observeren. Sinds Christopher Alexander de patronen in de architectuur begon te noteren en indexeren is er een grote culturele stroming ontstaan die onze benadering van het bestaan enorm aan het veranderen is.

Hij kreeg vooral navolging in een zelf heel nieuw en revolutionair domein, dat van het programmeren.
Voor mij is het denken in patronen een enorme verrijking. Naast het rigide causale lineair redeneren maakt dit een rijkere associatieve waarneming mogelijk, die na enige oefening erg natuurlijk blijkt te zijn en daardoor zo onbewust. Wij zijn echte patroon herkenners.

Iedereen weet impliciet wat een schuur tot een schuur maakt en een huis tot een huis. We herkennen ogenblikkelijk een schurig huis of een huizige schuur. Gaat vanzelf. Dit doelbewust toepassen vergt enige oefening. Maar dan gaat er een wereld open.

Hieronder staat een nachtelijke notitie van alle patronen die samen een beter samenleving zouden vormgeven. Heel pril, maar voor mijzelf een eerste inzicht en aanzet tot een concreet te formuleren visie die haalbaar en wenselijk is.

Een energiepositieve toekomst volgens Breman

Het gebouw van de toekomst (voor wonen en/of werken) is even goed geïsoleerd als een thermosfles en even intelligent als je telefoon. Het benadert de complexiteit van een kunstmatig organisme, met allerhande leidingsystemen die doen denken aan ader- en zenuwstelsels.
Het gebouw als systeem kan autonoom het binnenklimaat stabiel houden en ruim voldoende energie genereren. Het zal letterlijk energiepositief zijn, niet enkel tijdens het gebruik, maar ook bij productie, onderhoud, uitbreiding, aanpassing, reparatie en uiteindelijk recycling. In wezen is het een eigen ecosysteem binnen het ecosysteem van de omgeving, van de aarde.
Door het werk van Breman te benaderen vanuit een systemisch perspectief wordt het makkelijker om de verbondenheid en interacties te onderscheiden en te duiden.

Ecosystemen handhaven een intern miieu en evenwicht in dynamische omstandigheden
De wereld is een samenhangend geheel van ecosystemen.
Die natuurlijke organisatiewijze is ons voorbeeld.

Een ecosysteem is een verzameling van entiteiten die met elkaar een dynamisch levend integraal geheel vormen. De klassieke benadering van organiseren resulteert enkel in starre vormen, of het nu een productiebedrijf is of het product ervan. Maar nu in deze tijden van globale crises, is het nodig om zowel soepel en flexibel te kunnen anticiperen op heftige verandering als veerkrachtig te kunnen reageren op levensbedreigende uitdagingen. Dat vereist een radicaal nieuwe aanpak, maar wel één die de eeuwenoude oplossingen uit de natuur zelf als inspiratiebron gebruikt.

Het Breman ecosysteem brengt woningen voort die zelf een energiepositieve ecosystemen zijn en die harmonieus bijdragen aan de leefbaarheid van deze aarde.

Zoals alle levensvormen in de natuur streeft een dergelijke organisatie naar een maximale energie-economie. En naar homeostase, een intelligent dynamisch intern evenwicht.

Al deze ecosystemen in samenhang, maken welzijn, welvaart en welbevinden van de mensen mogelijk. De mens staat centraal.

Door alle samenstellende delen van Breman, de bouwwereld ende maatschappij /economie te benaderen als ecosystemen, precies zoals de wereld en de natuur om ons heen, krijgen we een coherent begrippenkader dat meer ruimte en mogelijkheden biedt dan de doodlopende weg van ons huidige economische model.

What is this? Who am I?

One Saturday late 2018 in Vancouver, I accompanied my friend Tammy to her weekly gathering of what she referred to as ‘Class’. She very much wanted me to join her because this group was super important to her. For me it was the second time I visited her, after a beautiful summer together on the Sunshine Coast, North of Vancouver.

One Saturday late 2018 in Vancouver, I accompanied my friend Tammy to her weekly gathering of what she referred to as 'Class'. She very much wanted me to join her because this group was super important to her.  For me it was the second time I visited her, after a beautiful summer together on the Sunshine Coast, North of Vancouver.

We were fully in the process of getting to know each other more deeply and I was naturally curious about al her activities and interests. Class turned out to be run by Geri de Stephano Webre. It is mostly based on the teachings of Gurdieff, an European mystic who’s name vaguely rang a bell.
For reasons still unknown to me ‘Class’ officially goes by the name OYS, which stands for One Year Seminar. While Tammy attends that for years now. Anyways, I decided to join class as a part of my commitment to be Tammy’s sparring partner in our mutual co development. Since I tried to fit in Class, I struggled to synthesize my understanding of existence with those teachings

Gurdieff’s work is known as the Work. So that was not very informative either. It stands for one’s choice to rise above the limited causality of every day life and reach a more observant perspective of ones own existence while actively trying to get rid of old patterns and blocks that hinder this liberation.

It is onIy after I finally got the book ‘The Reality of Being’
by Jeanne de Salzmann, that things started to make sense.

That was around beginning March 2021. So now I want to summarize what I currently understand about ‘it’.
It being existence, mostly focused on human existence and particularly experienced as my personal existence.

Another title for the Work is The Fourth Way. I assumed this ‘way’ was yet another approach to life and living as taught by Gurdieff. But the introduction of the book quickly trashes that assumption.
The three other ways are
1. The way of the fakir. The fakir masters his bodily functions.
2. The way of the monk. The monk masters the quality of the heart.
3. The way of the yogi. The yogi is the master of his mind.
So one either masters think, feeling or doing.

Gurdieff’s Fourth Way is about mastering all those functional centres, plus rising above them, and aligning their energies. All this to rise above the limitations of our current self awareness. It is because of this fourth added observation function that it is called the fourth way. Gurdieff speaks about ‘waking up’. So It is not a way around the other three!

For me, while getting aquainted with this, it was quite an exercise to understand was was meant and to synthesize this with my own learnings.
The somewhat archaic and ambiguous terminology made it difficult for me to get a handle on the concepts. So I was extremely happy to find that my own insights about the distinction between thinking, feeling and doing completely aligned with the three centres as discussed in Class.

I discovered this three-way distinction myself in 1980 when I saw that good information needed to contain three essential qualities: The information had to be understandable, attractive and executable. This resonates with the rational, emotional and practical functions that are represented by the three centres mentioned in the Fourth Way.

Even more interesting is the resonance with the book of the Dutch psychologist Piet Vroon, The Tears Of The Crocodile, published in 1989. It introduced the concept of the layered brain. The layering is an artifact of the sudden evolutionary adaptions to survival challenges. Three layers loosely correlate to an instinctive reptile brain, an emotion driven mammal brain and then the reasoning neocortex, that distincts us as humans.

For my hypothesis of who I am, I combined those and more views to one vision.
Gurdjieff speaks of thinking, feeling and moving as the three centres. To me they more refer to Piet Vroon’s brain layers, the instinctive brain (brain stem and cerebellum) that rules the bodily reflexes. This primitive brain resembles the reptile brain. The neocortex that does the deliberate reasoning, which seems to distinguish us as humans with a specific talent for consciousness. All the lobes in between roughly do the feeling and sensing. They are associated with the mammal stage in evolution.

These three centres are reflected in de body as a whole: the head does the thinking, the heart is the feeling centre and the lower part moves. As noted Gurdjieff added a fourth way, self observation. The resulting four ways or centres totally align with the layerdness of the brain and with our body image and with the psychological layering of states of consciousness. Our deliberate thinking is seen as aware or conscious functioning. Our emotional function is more subconscious while our movements can be totally unconscious. (Note that all of these views are very simplified representations of the complex reality.) And then there is the superconscious status of self observation. A very interesting concept, because is comes very natural to us, yet is is totally a imaginary state that has no ground in reality.



……
Since then this understanding had become widely accepted as an explanation of our different qualities.

The three different functions of our human survival system are not naturally aligned. According to biologists they represent sequential evolutionary results from our survival. The earliest parts are associated with the reptile brain. It is all about the very primal survival functions, like eat, sleep and procreate if things go well. It has no sense of time, only living in the moment, no other memories other then bodily engrained conditioning, like habits or trauma´s.

Mijn wereld in 2035

Sinds iedereen zichzelf mag zijn en verzekerd is van de elementaire steun om gezond het volledige leven te omarmen is de wereld in rap tempo tot bloei gekomen.

Mensen wonen en werken daar waar ze zich thuis willen voelen. Op dat vrije plekje op onze aardbodem leeft men met geest- en bloedverwanten, met één gedeeld belang: Om die plek zo mooi en gezond mogelijk te maken en beter achter te laten voor de nakomelingen.

Dat heeft tot radicale transformaties geleid van de verouderde maatschappelijke structuren. Voor het overgrote deel heeft men genoeg aan de plek waar men het leven viert. En zoekers en reizigers zijn altijd welkom om even bij te komen of te ervaren of ze erbij willen horen.

Oude begrippen als werk en vakantie komen nog voor in geschiedenisverhalen en leiden tot compassie met het getob van de eerdere generaties. In 2035 is dat onderscheid achterhaald. Dat wat gedaan moet worden is evident en iedereen doet wat hij/zij kan. In de verbondenheid van de gemeenschap gebeurt dat vanzelf. In de meest natuurlijke betekenis van dat woord. Zoals we vroeger thuis vanzelf wisten of we van harte meededen of niet. In het laatste geval is er blijkbaar een behoefte die belangrijker is. Dat wordt erkend, gezien en gesteund. En iedereen heeft geleerd helder en open te zijn over behoeften. Deze zijn de universeel gegeven uitgangs-punten van individueel en collectief handelen.

Terugkijkend is de doorbraak van het begrip ‘integrale intelligentie’ het kantelpunt geweest. Veel fundamenteler dan de enorme technologische vooruitgang. Die heeft wel geholpen om de dreigendste ontsporingen van klimaat en ecofalen te hanteren. Het inzicht dat alles intrinsiek en multidimensionaal met elkaar verbonden is, heeft gezorgd voor een heroriëntatie op de mens en alle andere wezens.

Daardoor herinnerden we ons de waarde van de zeer oude tradities die in uithoeken van de wereld nog levend werden gehouden. De persoonlijke en systemische traumatisering kreeg een bruikbare betekenis èn heling. Een noodzakelijk heftig proces met onvermoede uitkomsten.

Nu de mensen veilig werden voor elkaar en de natuurlijke neigingen om te verbinden en te steunen niet langer onderdrukt worden is een overvloed aan mogelijkheden ontstaan. Nadat iedereen die vrijheid uitgeprobeerd had in de meest dolle uitingen kwamen de mensen tot rust en deden ze enkel nog wat echte diepe vreugde en voldoening schenkt: Samen zijn en samen doen. En vanuit natuurlijke economische overwegingen enkel wat echt nodig is. Zoals dat vroeger enkel nog gebeurde in wat men het kerngezin noemde. (NB De kern van het verdeel- en heersmodel van de psychopatisch gevormden onder ons). Nu in 2035 is die harde compartimentalisering overbodig.

Dat leidt tot verrassende veranderingen wereldwijd. De weldadige rust en vrede is in het begin overweldigend, maar gelukkig went dat snel en binnen een paar maanden wil men niets anders meer. Het leven is zo veel eenvoudiger en makkelijker. Omdat er voor iedereen in de basis genoeg is. Geluk is evenwicht en dan is genoeg genoeg.

Wat wonen en werken betreft zijn alle oude vakje en indelingen ook snel verdampt vanwege ingewikkeld en overbodig. Het oude woord ‘bouwvak’ bestaat nog, maar het betekent nu het tegenovergestelde. Bij het zomerfeest worden de beschikbare ruimtes verdeeld in reactie op de ontwikkelingen in de groep. Per levensfase en vanwege persoonlijke ontwikkelingen zijn er verschuivingen. Omdat mensen zich veilig en geborgen voelen bij elkaar wordt er veel meer gedeeld en samengewoond in elke denkbare samenstelling. Allemaal gebaseerd op gezond natuurlijk gedrag.

Zodra duidelijk is wat er veranderd, verbouwd, afgebroken of bijgebouwd moet worden begint de Bouwvak echt. Net zoals het timmerdorp voor jongens vroeger, maar nu in het echt met de hele gemeenschap. De eindeloze zomerdagen worden goed gebruikt om te zorgen dat iedereen er droog en warm bijzit voordat de winter komt. Het is een feest van gezamenlijke co-creatie. Rondreizende bouwvakkers komen langs voor de echt moeilijke klussen. Maar omdat bouwen zo ”open source’ en gestandaardiseerd is, is het zoiets als Lego of Ikea. En er is geen groter genoegen dan als gemeenschap samen aan zoiets moois te werken. Met flinke feesten tot gevolg.

Zoals al opgemerkt in 2021 zijn huizen in wezen van zichzelf. Eigendom is iets van vroeger. Je krijgt wat je nodig hebt. Ook als dat het hele traject van heling en ontwikkeling is dat mogelijk maakt dat je hier de zin en waarde van ervaart.

En omdat iedereen te zo naar zijn zin heeft thuis, gaan mensen enkel op pad (vakantie heette dat vroeger) als ze de wereld willen leren kennen of daarmee zichzelf. Dat gedrag correspondeert vooral met bepaalde levensfasen. Jong volwassenen moeten soms hun ontdekkingsdrang volgen en dat geldt ook voor andere individuele transformatiemomenten. Maar voor de meeste mensen is het niet nodig om aan hun bestaan te ontsnappen. Thuis is het goed.

De eeuwige haast van vroeger heeft plaats gemaakt voor een veel trager en rustiger tempo. Enkel het nodig is dat iedereen reageert op een noodsituatie wordt zichtbaar hoeveel sneller en doelmatiger samenwerking op basis van vertrouwen is. Dan gebeurt dat wat nodig lijkt, vrijwel onmiddellijk omdat iedereen van zichzelf weet hoe hij of zij kan bijdragen. Maar meestal hoeft er niet zo veel. Zijn en genieten. Altijd goed.

Moreel kompas

Een paar maanden geleden werd een parlementariër met veel verontwaardiging uit de 2e kamer gezet. Hoewel de man geen enkele wet had overtreden, was er grote overeenstemming over de onhoudbaarheid van zijn positie. Hij had zijn status gebruikt om argeloze jonge homo´s te imponeren en vervolgens te gebruiken. De politici en commentatoren waren eensluidend over het bepalende criterium voor zijn vertrek: Het ontbrak hem aan een moreel kompas.

Ik had nog nooit eerder deze informele maatstaf zo helder, eenduidig en eensgezind zien toegepast in deze wereld.

Leidsch Dagblad: Elf grote infrabedrijven vinden: We moeten anders over welvaart gaan denken, niet alleen willen groeien | opinie

Leidsch Dagblad: Elf grote infrabedrijven vinden: We moeten anders over welvaart gaan denken, niet alleen willen groeien | opinie. https://www.leidschdagblad.nl/cnt/dmf20210423_15542710