Vandaag meldt de krant dat Jan Modaal, onze model gemiddelde Nederlander, 99% van de huizen in zijn land nooit zal kunnen kopen. Onbetaalbaar met zijn modale inkomen. Dat komt door de combinatie van marktdenken en de ontdekking van investeerders dat vastgoed de meest zekere extractiebron is. Een dergelijk passief inkomen is even stabiel als verachtelijk. Mensen willen koste wat kost voorkomen dat ze hun huis kwijtraken. En dus werken ze zich desnoods een extra slag in het rond om de huur op te brengen voor de passief profiterende eigenaar. Dat voelt niet goed en lijkt mij het onweerlegbare bewijs dat de welvaartsverdeling in Nederland faalt.
Het achterhaalde beeld van onze samenleving is dat ondernemers spontaan de nodige economische bedrijvigheid organiseren en daarmee de noodzakelijke behoeften van de consumenten bevredigen. Daarnaast nemen zij werknemers in dienst, die zo meeprofiteren van de waarde die gezamenlijk wordt gecreëerd. Tenslotte is er nog een overheid die de noodzakelijke openbare regelingen voor haar rekening neemt. Daartoe heft zij de nodige belasting.
Afhankelijk van de individuele voorkeur en traditie kan men een preferentie hebben om zaken gezamenlijk te regelen of ieder voor zich. Ofwel meer of minder conservatief/rechts zijn of conservatief/links.
Dit model blijkt in de praktijk te verworden tot een olicharchie. Een heel klein deel wordt steeds rijker, de rest wordt armer en machtelozer. Werkgelegenheid, het hebben van een vaste baan, leek dé manier te zijn om de welvaart te verdelen. Maar sinds met bezit en geld makkelijker rijkdom vergaard kan worden functioneert dat niet meer.
Als we er uit gaan dat Nederland primair bedoeld is om alle Nederlanders een gelukkig en zinvol bestaan mogelijk te maken, dan moeten we concluderen dat we een nieuwe theorie nodig hebben, die verklaart hoe we dat kunnen doen.